Senaat akkoord met preventief fouilleren
De Eerste Kamer is dinsdag akkoord gegaan met het wetsvoorstel van het Tweede-Kamerlid Van de Camp (CDA) over preventief fouilleren. Alleen GroenLinks tekende bezwaar aan tegen het voorstel.
Volgens het wetsvoorstel van Van de Camp mag een burgemeester, na toestemming van de gemeenteraad, in overleg met de politie en op bevel van een officier van justitie een zogenoemd veiligheids-risicogebied aanwijzen. Agenten krijgen gedurende een half etmaal de bevoegdheid passanten daar te controleren op het bezit van wapens, ook als zij geen concrete verdenking tegen een individu hebben.
De VVD en het CDA waren tevreden met het voorstel zoals Van de Camp het heeft ingediend. GroenLinks ging gisteren niet akkoord met het wetsvoorstel, omdat de partij wil dat de rechter-commissaris het besluit tot preventief fouilleren toetst. De wet bepaalt dat alleen de gemeenteraad dit recht heeft. Van de Camp noemde toetsing door een rechter-commissaris echter „een extra bureaucratische last.”
Minister Korthals van Justitie wil ook dat de rechter-commissaris eraan te pas komt om de grondrechten van burgers te beschermen. Tijdens het debat in de Eerste Kamer zei hij echter dat hij „niet op scherp zal spelen wat betreft dit punt.” Daarmee reageerde hij op de vraag van SGP’er Holdijk of Korthals de wet zou ondertekenen als het kabinet ermee akkoord gaat.
Van de Camps initiatiefwetsvoorstel was lang in de race met een vergelijkbaar, maar strenger voorstel van de ministers Korthals en De Vries (Binnenlandse Zaken). De CDA’er heeft de twee voorstellen na veel puzzelen in elkaar geschoven.
Het kabinet heeft in 2000 in de Millinxbuurt in Rotterdam en de Amsterdamse Bijlmermeer al experimenten gehouden met het preventief fouilleren. Van de Camp denkt dat het middel ook ingezet kan worden wanneer er signalen zijn dat bij belangrijke gebeurtenissen, zoals bij de voetbalwedstrijden of grote demonstraties, wapens zullen worden gebruikt.