China wil snelle herbebossing
China gaat 440.000 vierkante kilometer bos planten. De regering wil zo de schade veroorzaakt door decennialange verwaarlozing van het milieu herstellen. Met de plannen is bijna 13 miljard euro gemoeid.
De Chinese inspanningen om chronische droogte, overstromingen en erosie tegen te gaan worden steeds drastischer. Het nieuwe project gaat tien jaar duren en is volgens Chinese autoriteiten de grootste natuurbeschermingsoperatie ooit. Overal in China zullen bomen worden geplant, zei Lei Jafu, plaatsvervangend chef van het staatsorgaan voor bosbouw.
Het plan omvat zes zelfstandige projecten, uiteenlopend van het opnieuw bebossen van hellingen tot het creëren van beschermde graslanden en natuurreservaten voor panda’s, Tibetaanse antilopen en zeldzame orchideeën. In totaal gaat het om een gebied groter dan Duitsland en bijna even groot als Spanje. In sommige gebieden zullen boeren worden betaald om hun akkers in bossen te veranderen, aldus Lei.
China heeft de meeste van zijn bossen omgehakt om plaats te maken voor landbouwgrond en om de economie -die met meer dan 7 procent per jaar groeit- van hout te voorzien. Volgens de regering bestaat 16 procent van het land uit bos, maar daaronder worden ook zaken zoals boomgaarden verstaan. Volgens onafhankelijke schattingen is nog maar een paar procent van China begroeid met het oorspronkelijke bos. Die gebieden liggen voornamelijk in het uiterste westen.
Peking heeft sinds de jaren tachtig miljoenen bomen geplant om erosie en zandstormen tegen te gaan, maar volgens de regering hebben veel kleinschalige projecten geen resultaat gehad. „China heeft de trend van een verslechterend ecosysteem niet fundamenteel weten om te keren”, zei Lei.
De schade aan het milieu van de afgelopen decennia is veroorzaakt door zowel het overheidsbeleid als door de snelle groei van de economie en de bevolking. In de jaren vijftig werden heuvels ontbost om hoogovens van brandstof te voorzien en om landbouwgrond te creëren. Daardoor kunnen heuvels de regen niet meer opvangen en zijn de overstromingen erger geworden. In de zomer verdrinken geregeld honderden mensen.
In de jaren negentig moest de graanproductie omhoog en werden nog meer heuvels ontbost. Landbouwactiviteiten op ongeschikte grond leidden tot in het noorden van het land tot het ontstaan van woestijnen. Peking en andere grote steden worden geregeld door zandstormen geteisterd. De autoriteiten zijn nu van plan Peking en andere steden te beschermen door op landbouwgrond barrières van bos te bouwen. Peking heeft al enkele van deze barrières. De zandstormen zijn sindsdien in omvang afgenomen.
Ter vervanging van de houtkap in bossen worden dit jaar met particulier geld de eerste bosbouwondernemingen opgezet. Over tien tot vijftien jaar moeten dergelijke ondernemingen een oppervlakte van 33 miljoen hectare beslaan. Ook moeten de Chinese hout- en papierindustrie efficiënter gaan werken om de vraag naar hout terug te dringen.
Het project moet nog serieuze problemen overwinnen. Zo is er een tekort aan geld en is niet duidelijk welk soort bomen in veel gebieden het beste kan worden geplant. Toch, zei Lei, „geloven wij dat wij de doelen van deze projecten kunnen halen.”