Leven in een onderduikersdorp
Titel:
”Het verborgen dorp. Ondergronds op de Veluwe 1943-1944”
Auteur: Jeroen Thijssen, uitg. Balans, Amsterdam, 2005
ISBN 90 50186432
Pagina’s: 176
Prijs: € 16,90. Het blijft boeien, zo’n compleet dorp verscholen in een dennenbos. Opnieuw is er een boek uitgekomen over het onderduikkamp in de bossen bij Vierhouten. De titel ”Het verscholen dorp” bestond al, dus is er nu gekozen voor ”Het verborgen dorp.”
Tussen de twee uitgaven is een groot verschil. In ”Het verscholen dorp” van Nunspeter A. Visser staan vooral veel foto’s en losse herinneringen van betrokkenen. ”Het verborgen dorp” is meer een reconstructie, gebaseerd op de interviews die schrijver Jeroen Thijssen hield met zes overlevenden uit Nederland, Israël en Italië. Het aaneenvlechten van de verschillende getuigenissen zorgen ervoor dat je het boek in een ruk uitleest.
Dat komt mede door de spannende proloog, waarin de komst van een gedeserteerde Duitser naar het kamp beschreven wordt: „Dan klinkt geritsel tussen de bomen, uit de richting van de zandweg. Alle aanwezigen verstijven. Deze mensen, al minstens twee jaar op de vlucht, weten dat de vijand van daar zal komen…. Alle joden staren naar de nieuwkomer, hun ogen bol in opperste verbazing. Daar staat een Duitser. Hij heeft zijn grauwe uniform nog aan, hakenkruisen en adelaartjes prijken op zijn revers.”
Na de proloog volgen hoofdstukken over het ontstaan het verscholen dorp. De stichters zijn de Amsterdamse advocaat Von Baumhauer, Opa Bakker en Tante Cor. Von Baumhauer, bijgenaamd De Boem, heeft begin 1943 toestemming gekregen van boswachter Van Schaarenburg om een perceel bos langs de Pas-Opweg te gebruiken voor de opvang van onderduikers. Opa Bakker zit met een aantal ondergedoken joden omhoog en komt vragen of ze naar het Pas-Opkamp mogen. Er is een grote tegenstelling tussen de rijke, bijna aristocratische advocaat en de gepensioneerde hoofdconducteur die lid is van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Toch slagen de twee erin, met behulp van ’goede’ vaklui, een kamp te bouwen met negen barakken en een pomp.
Het grootste probleem is de voedselvoorziening voor de honderd onderduikers. Tante Cor, de vrouw van Opa Bakker, regelt koeriersters die vanuit Nunspeet 12 kilometer over mulle zandpaden moeten fietsen om eten weg te brengen. Bulkgoederen zoals aardappelen gaan op platte karren van betrouwbare bosbouwers rechtstreeks naar het Dorp.
De verdeling van het eten is vaak een bron van ruzie in het kamp. Op een keer arriveert een grote wagen vol appels. Voldoende voor een complete wintervoorraad. Toch ontstaat er ruzie. Sommige bewoners willen meer hebben dan hun buren, meer dan ze kunnen opmaken. Verveling is de oorzaak van het conflict.
Daarom organiseren de onderduikers lezingen, waar zelfs de organisatie van buiten op afkomt. Iedere dinsdagavond deelt een onderduiker zijn of haar kennis met de ’dorpsgenoten’. Een andere vorm van tijdverdrijf is organiseren van toernooien in het kaartspelen, schaken en dammen.
Anderhalf jaar blijft het dorp verborgen. Maar op 29 oktober 1944 gaat het mis. Twee jagende SS’ers ontdekken het kamp. Omdat zij eerst versterking gaan halen, kan het merendeel van de onderduikers ontsnappen. Acht worden er gesnapt en geëxecuteerd.
Al met al een aangrijpend verhaal, dat levendig is opgetekend in ”Het verborgen dorp”. Jammer dat de schrijver geen originelere titel heeft kunnen verzinnen.