Johannes Paulus II kon niet luisteren
Titel:
”Johannes Paulus II. De nadagen van de paus”
Auteur: John Cornwell
Uitgeverij: Balans, Amsterdam, 2005
ISBN 90 5018 6882
Pagina’s: 319
Prijs: € 19,50. Een autoritaire paus die door zijn onvermogen om naar kritische stemmen te luisteren een sterk verzwakte en verdeelde kerk nalaat. Zo typeert John Cornwell het resultaat van het bewind van Johannes Paulus II in zijn biografie. „De paus spreekt en hoort, maar luistert niet. Hij studeert, maar leert niet.” Ook onthullend is zijn weergave van de traditioneel roomse opvattingen van Ratzinger, de nieuwe paus. Er is geen versoepeling van de lijn van Rome te verwachten nu deze paus het voor het zeggen heeft.
Cornwell is een van de grootste Vaticaan-kenners, bekend van onder meer de internationale bestseller ”Hitlers paus”. Hij typeert de onlangs overleden paus als een moedig en diepgelovig mens die heeft bijgedragen aan de bespoediging van de val van het communisme en die sterk betrokken was bij de opleving van de kerk in het derde millennium. Maar in zijn eigen kerk schoot hij ernstig tekort: hij stond toe dat dissidenten vervolgd werden en draaide de klok weer vele jaren terug, zo luidt een belangrijke conclusie.
De auteur geeft een overzichtelijke beschrijving van het leven van paus Johannes Paulus II. Daarbij komen veel onbekende wetenswaardigheden aan het licht. De paus was een veelschrijver die diepzinnige theologische en filosofische werken schreef en een ongelooflijke werkkracht had. Zijn benoeming was onverwacht. Karol Wojtyla was de eerste niet-Italiaanse paus sinds 1522 en met zijn 58 jaar de jongste paus sinds Pius IX in 1846 op 54-jarige leeftijd tot paus was gekozen. Toen Wojtyla op 16 oktober 1978 op het balkon boven het Sint-Pietersplein verscheen, was hij vrijwel een onbekende voor de wereld.
De paus oogde sympathiek, nederig en menselijk, zegt Cornwell. Maar het aanblijven tot in hoge ouderdom betekende een ontluistering van zijn persoon en van de kerk. „De miljardenkoppige kerk wordt in toenemende mate gerund door zijn Poolse secretaris en een handjevol stokoude reactionaire kardinalen.” De paus heeft mede door de moderne communicatiemiddelen een alomtegenwoordigheid gecreëerd die alle andere autoriteiten en stemmen in de schaduw stelde. „Er is geen verborgen hoekje in de kerk waar hij niet wordt gezien, gehoord of gelezen, waar hij geen absolute macht heeft.”
Autoritair
Cornwell verwijt de paus dat zijn daden niet in overeenstemming waren met zijn woorden. De kerkleider deed het voorkomen dat hij ernst maakte met de resultaten van het vernieuwingsgerichte Tweede Vaticaanse Concilie van de jaren zestig. Vooral op het punt van de ”collegialiteit”: meer inspraak voor bisschoppen en de plaatselijke kerken, ten koste van de hiërarchisch bestuurde kerk van bovenaf. Maar het bestuur van de kerk keerde volgens de auteur terug naar de stand van zaken onder Pius XII, de oorlogspaus, die bekend is om zijn uitspraak: „Ik wil geen medewerkers, alleen mensen die mijn bevelen uitvoeren.” Regel van Pius XII was dat wanneer theologen in discussie zijn verwikkeld en de paus het woord neemt om het debat te beëindigen, er verder ook geen discussie meer mogelijk is, hoe competent de deskundigen ook zijn.
Johannes Paulus II maakte al snel na zijn aantreden korte metten met de opvattingen van Schillebeeckx en Küng, die de kerk vooral als gemeenschap van onderop zagen, in plaats van als een universele kerk geleid door de opperherder. Johannes Paulus II benadrukte steeds meer het belang van het Petrusambt. Hij leek bij de massa steeds populairder te worden, onder meer door zijn reizen en publieke optredens. Maar hij gedroeg zich steeds autoritairder tegenover zijn bisschoppen, aldus Cornwell. „Toen hij paus werd, bleek hij niet te kunnen omgaan met debat en meningsverschillen of met de minste weerstand vanuit de kerk.”
De paus koos, tegen de wens van Vaticanum II, alle bisschoppen in de hele wereld. Dat wil zeggen: op basis van zíjn inzichten en vooroordelen. Van het college van 135 kardinalen heeft hij er 125 gekozen. „In feite had Johannes Paulus dit orgaan van machtige geestelijken die straks de nieuwe paus zouden kiezen, zelf gevormd.”
De paus durfde standpunten in te nemen die tegen de stroom ingingen. Bisschoppen moesten volgens hem bereid zijn de waarheid zeggen, óók als het culturele tij niet meezit. Het pausschap moest zich staande houden in een klimaat van liberalisme, rationalisme en wetenschap. Dat spreekt ons protestanten aan: niet buigen voor de tijdgeest.
De paus kritiseerde niet alleen het communisme en de totalitaire regimes, maar ook het kapitalisme, het hedonisme, het materialisme en het verregaande (godsdienstige en culturele) relativisme. Tegelijkertijd verzette hij zich tegen de bevrijdingstheologie en de moderne emancipatiebewegingen van homo’s en feministen (het feminisme stelde hij gelijk aan abortus). En de vrije seksuele moraal omschreef hij als ”de cultuur des doods”.
Scheidende wegen
De paus was rooms in hart en nieren, hij zag zichzelf als opvolger van Petrus en Paulus. Hij was ervan overtuigd dat er op de dag van zijn wijding een bijzondere genade en een charisma op de priester daalt. Zijn verzet tegen het pluralisme irriteert Cornwell. Maar met de afwijzing dáárvan kan een orthodox protestant goed leven. Wel kun je de vraag stellen: Wat is de norm voor deze kritiek? Bij Johannes Paulus II was het vooral de traditie van de kerk. Terecht wilde hij het pluralisme niet zien als een christelijke erfenis, zoals de auteur wil. Terecht ook zei de paus dat de openbaring van Jezus Christus „definitief en volledig” is, en dat er dus geen sprake is van gelijkwaardigheid van alle godsdiensten. Maar vervolgens zei de paus dat alle godsdiensten „onvolledig” zijn vergeleken bij het geloof „dat de volheid bezit van de reddende middelen binnen de Kerk”, daarmee doelend op de Rooms-Katholieke Kerk.
Op dit punt scheiden duidelijk de wegen van rooms-katholiek en protestant. In de verklaring ”Dominus Jesus”, op 6 augustus 2000 gepubliceerd en ondertekend door Ratzinger, de voorzitter van de congregatie voor de geloofsleer (de voormalige Inquisitie), staat tot grote consternatie van veel kerkelijke leiders in de wereld dat christelijke kerken die niet apostolisch zijn -niet alleen de protestantse kerken maar ook de Anglicaanse Kerk-, geen echte kerken zijn. Niet-rooms-katholieken bevonden zich volgens de paus in een „ernstig onvolledige” positie.
Bullebak
Het denken van de paus werd gesteund door Ratzinger. Tussen hem en de paus begon een nauwe samenwerking. „Ze vonden beiden dat de belangrijkste taak van het bestuur van de Rooms-Katholieke Kerk het beschermen van de ”Waarheid” was.” Cornwell schreef deze woorden voordat bekend werd dat Ratzinger de nieuwe paus zou worden. Ratzinger, vroeger een progressief theoloog, verloochende zijn opvattingen toen hij naar het Vaticaan ging. In zijn hang naar orthodoxie gedroeg hij zich als een „bullebak”, aldus Cornwell.
In zijn boek komt nog een zwak punt van de overleden paus aan het licht. Johannes Paulus II slaagde er niet in de crisis rond pedofiele priesters op te lossen. Hij handhaafde zijn harde oordeel over leken die niet kunnen voldoen aan de hoge eisen van het celibaat. Hij weigerde het huwelijk voor priesters te overwegen, miskende ook het duidelijke signaal dat het priesterschap onder zware druk staat als gevolg van culturele veranderingen in de seksuele moraal. Zijn verbod op het gebruik van condooms heeft er volgens de auteur toe geleid dat veel rooms-katholieken in Afrika met het aids-virus zijn besmet.
Maar één kerk
Cornwell is pessimistisch over de toekomst van de Rooms-Katholieke Kerk. „Nooit eerder zijn de katholieken zo verdeeld geweest, nooit eerder bestond er zoveel minachting en agressie onder katholieken. Nooit eerder heeft de lokale Kerk zo te lijden gehad onder het Vaticaan en het pauselijk gezag.”
De Duitse bisschoppen Lehmann en Kasper zien begin 21e eeuw een terugval in het centralisme van Vaticanum I. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het opnieuw vastgestelde dogma van de onfeilbaarheid van de paus in zaken van geloof en moraal. De lokale kerk, inzet van Vaticanum II, moet het afleggen tegen de universele kerk. De paus ziet de kerk als een piramide, niet als een verzameling van gemeenschappen. Hij trekt de teugels van het pauselijk en curiaal gezag steeds strakker aan.
Het conflict tussen Ratzinger enerzijds en Kasper en Lehmann anderzijds in 2001 wordt in het voordeel van Ratzinger beslecht. Wat dat betreft voorspelt het weinig goeds voor het waaien van een andere wind. Ratzinger schreef in 2000 immers de gevleugelde woorden: „Er bestaat maar één Kerk van Jezus, die voortleeft in de katholieke Kerk, bestuurd door de opvolger van Petrus en door de bisschoppen met hem.”