Speciale eenheden samen in één nieuwe terreurdienst
Enkele speciale eenheden van politie en defensie gaan op in een nieuwe overkoepelende dienst. Deze zogeheten Dienst Speciale Interventies (DSI) komt in actie bij terreursituaties, grof geweld en in andere bijzondere gevallen.
Het kabinet heeft hiertoe vrijdag besloten op voorstel van de ministers Donner (Justitie), Remkes (Binnenlandse Zaken) en Kamp (Defensie). Doel is te komen tot een slagvaardiger organisatie waarin sneller kan worden besloten tot de inzet van de speciale eenheden. Er komt een eenhoofdige leiding.
De DSI gaat bestaan uit de BBE–Snelle Interventie Eenheid (BBE–SIE), een scherpschutterscapaciteit en een eigen staf. De DSI kan bij gelegenheid ook andere speciale eenheden aansturen, hoewel die onder de verantwoordelijkheid blijven vallen van de politie en Defensie. Het gaat dan om de Aanhoudings– en Ondersteuningseenheden (AOE) van de politie en van de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB), Koninklijke Marechaussee en de BBE–Mariniers.
Met de herziening van het stelsel van speciale eenheden volgt het kabinet een vertrouwelijk advies van professor C. Fijnaut en een rapport van drie deskundigen van het Openbaar Ministerie, politie en defensie. De DSI kan worden ingezet na goedkeuring van de minister van Justitie en staat onder gezag van het Openbaar Ministerie. Als de mariniers–eenheid wordt ingezet, moet Donner eerst overleggen met zijn ambtgenoot op Defensie. De premier en de minister van Binnenlandse Zaken worden geïnformeerd.