Het laatste woord volgens Jan Baan
Titel:

”De weg naar marktleiderschap, mijn leven als ondernemer” door Jan Baan
Uitgeverij: Pearson Education Benelux en Gebr. Koster Barneveld, 2005
ISBN 90 430 0878 8
Pagina’s: 235
Prijs: € 19,95. PUTTEN - Jan Baan wil zijn eigen verhaal vertellen. Om daarmee in één klap af te rekenen met -in zijn ogen- indianenverhalen rond zijn persoon en de gang van zaken bij het vroegere Baan Company. Het laatste woord zogezegd. Om vanaf nu verder te kunnen bouwen aan zijn tweede zakelijke ’kind’: Cordys. Zelfportret van een man die juist vanwege zijn enorme gedrevenheid en het geloof in zijn eigen verhaal wel nooit helemaal zal worden begrepen.
Is het een autobiografie? Gedeeltelijk. Is het managementliteratuur? Vast wel een beetje. Is het een interessant boek? Jazeker, vooral voor hen die Baan Company zakelijk dan wel privé hebben gevolgd. Maar -en dat vooropgezet-, ”De weg naar marktleiderschap, mijn leven als ondernemer” is vooral het boek van Jan Baan. Dat schrijft hij ook, om misverstanden te voorkomen: „De lezer dient (…) te beseffen dat dit boek een eenzijdig beeld schetst van de persoon Jan Baan.”
Daarmee zegt de ondernemer geen woord te veel. Ruim 200 pagina’s over en vanuit dezelfde persoon geschreven tekst, dat móét vragen en reacties oproepen. Dat zal het ook wel. Daarvoor ligt er te veel gevoelige geschiedenis. En dus is het laatste woord vast niet gezegd.
Jan Baan stond jarenlang in de schijnwerpers. Eerst vanwege het grote succes dat hij vanaf 1978 had met Baan Company. In de wereld van de harde business was hij een held. Baan Company, opgezet vanuit ongeveer het niets, kon zich in de beste jaren qua beurswaarde moeiteloos meten met gerenommeerde concerns. Zo’n 6000 mensen verdienden direct hun brood bij de company.
Met het verval van het Veluwse automatiseringsconcern eind jaren negentig maakte de lof plaats voor harde verwijten. Die kritiek deed „heel veel pijn.” Baan meed een paar jaar de publiciteit, maar probeert met het boek alsnog weerwerk te bieden aan de „verhalenschrijverij” waarvan „meestal helemaal niets klopte.”
Meest in het oog springend is het beursdebacle. De introductie van het aandeel Baan Company in mei 1995 deed veel stof opwaaien. De koers van de stukken steeg vele kwartalen achtereen explosief. Des te groter was de klap in 1998, met tal van pijnlijke ontslagrondes als gevolg.
Over het hoe en het waarom van de teloorgang van de beurslieveling is veel geschreven. Jan Baan benadrukt dat hij al was teruggetreden bij het concern toen pogingen om het concern te redden in gang werden gezet. In zijn ogen heeft de zoektocht naar een koper ertoe geleid dat de broodnodige interne herstructurering achterwege bleef. „Hierdoor mislukte de redding van Baan als zelfstandige onderneming.” Jan Baan heeft nog geprobeerd om -samen met grote Baan-klanten als Boeing en Komatsu- het roer weer in handen te krijgen bij het automatiseringsconcern. Dat is niet gelukt.
Over het kapitaal dat Jan Baan bezit, is altijd veel te doen geweest. Hoge bomen vangen wat dat betreft veel wind. Het bezit van een schitterend kasteel in Putten en een dito landhuis ernaast bieden uiteraard ook wel voer voor speculaties. De jaarlijkse top-500 van rijken van het blad Quote slaat de plank mis waar het Baan betreft. „Bij een correcte vermelding op die lijst bevind ik me met mijn privé-vermogen ergens helemaal in de achterhoede. Ik heb het overigens nooit nagestreefd om rijk te worden. Het is mij overkomen.”
Baan Company stond in de periode van de beursnotering kortweg voor miljarden. „Ik heb me laten verleiden om presentaties te houden waarin ik zei: We zijn drie keer zoveel waard als KLM en nog zo wat bedrijven. Dat vond ik best interessant en het streelde mijn ijdelheid. Niet dat ik zo’n geldwolf ben, maar we waren de lieveling van de beurs, en op de een of andere manier wil je kennelijk aan dat beeld beantwoorden.”
Toch hebben de broers de grootste klappen opgelopen tijdens het beursdebacle, schrijft Jan Baan. Door lang trouw te blijven aan het bedrijf en dus geen aandelen te verkopen, verdampte ook de waarde van het aandelenbezit. „Uiteindelijk is er van die gigantische beurswaarde voor ons als aandeelhouders -voor Oikonomos foundation om precies te zijn- ten hoogste honderdvijftig miljoen dollar overgebleven. Ruwweg vijfennegentig procent van het op papier aanwezige geld is verdwenen.”
Feitelijk zal dat waar zijn. Maar hier past terughoudendheid. Verantwoordelijk of niet: het leed voor een kleine particuliere belegger die -hoe onverstandig en speculatief ook- een groot deel van zijn spaarcenten in aandelen Baan Company heeft gestoken, zal in veel gevallen groter zijn dan de pijn die Jan Baan financieel heeft geleden.
Het hoofdstuk waarin Jan Baan over zichzelf ”Als mens in de business” schrijft, zal wel de meeste aandacht trekken. Hoewel hij zijn gezin in het boek buiten beeld zegt te willen houden, ligt het -bijna Amerikaans aandoende- idee van ”family-man” er dik bovenop. „De thuiswereld brengt voor mij zekerheid, die is behoudend en veilig. De buitenwereld is één grote bron van onzekerheid. De rust die ik privé geniet, geeft me in de buitenwereld het lef om een rol te spelen.”
Veel is al lang bekend: Jan Baan die zegt dat hij niet werkt maar wat aanrommelt, zijn visie op de zondag als rustdag waarop hij graag boeken leest uit de tijd van de Nadere Reformatie, de houvast die het geloof in en vertrouwen op God hem bieden en het feit dat hij „niet zo’n sociaal dier” is.
Belangwekkend is zijn poging om met Vanenburg-dochter Cordys (een it-bedrijf dat samen met partners bedrijfsprocessen wil verbeteren met behulp van internettechnologie) opnieuw aan de weg te timmeren, daarbij gesteund door een heel aantal Baan-oudgedienden. Wat bezielt een man om zich opnieuw in het zakelijke avontuur te storten? „Ik ben nu 59. (…) En de entrepreneur in me kan het bouwen niet laten.” Jan Baan wil leren van in het verleden gemaakte fouten. „Voor mij zijn pijnpunten goede correcties.” Wie in het verleden de grootste fouten heeft gemaakt, blijft in het boek nogal in het midden. Jan Baan? Of toch vooral anderen?
Aan investeerders die puur uit zijn op snelle groei heeft de ondernemer in ieder geval geen zin meer. „Het is prettig dat ik in de huidige situatie niet met mede-eigenaren hoef te overleggen. Zelfstandigheid is uiteraard geen doel op zich.” Een nieuwe beursgang dus? Jan Baan zegt het niet. Maar: „Je moet nooit uitsluiten dat je op een gegeven moment andere keuzes moet maken.