Er is meer dan Europa
Bij alle drukte over het grondwetsreferendum dat woensdag in Nederland wordt gehouden, dreigt het overige nieuws onder te sneeuwen. Nieuws van ver buiten Europa bijvoorbeeld. Ten onrechte, want ook de afgelopen dagen zijn er buiten ons continent afschuwelijke dingen gebeurd.Eén zo’n nieuwsfeit zal ons als christenen vooral moeten aanspreken, en dat is de dubbele bomaanslag op het Indonesische eiland Sulawesi, afgelopen zaterdag. Daarbij kwamen 22 mensen om het leven en raakten er zo’n 60 gewond. Het was overigens een wonder dat er niet meer doden te betreuren waren, want de twee bommen gingen af op een drukbezochte markt. Een derde bom was bij een kerk geplaatst, maar kon tijdig onschadelijk worden gemaakt.
Plaats van de aanslag was Tentena, een stad op Centraal-Sulawesi die voornamelijk door christenen wordt bewoond. Die zitten daar bepaald niet in een bevoorrechte positie, want de meerderheid van de bevolking op Sulawesi is moslim.
Hebben wij christenen in Nederland al dagelijks de mond vol van allerlei nadelen die het behoren tot een minderheid met zich meebrengt, deze Indonesische broeders en zusters hebben pas echt recht van spreken.
Bovendien: is blindstaren op onze numerieke minderheidspositie in Nederland niet een duivelse valstrik? Het weerhoudt ons er in ieder geval van om met vrijmoedigheid de medemens tegemoet te treden met het Evangelie. Laat politiek Den Haag en het CBS de taal van de statistieken spreken, individuele medelanders die onze weg kruisen hebben behoefte aan christenen met grote vrijmoedigheid en een heldere boodschap.
Intussen is de situatie op Sulawesi vooral ernstig omdat er al eerder bloedige gevechten waren tussen christenen en moslims. Daarbij kwamen tot eind 2001 zo’n 1000 mensen om. Sinds die tijd is er een wankele vredesovereenkomst van kracht, maar het geweld van zaterdag stelt dit broze evenwicht behoorlijk op de proef. Daar komt bij dat het gebied bekendstaat als een broeinest van met al-Qaida verbonden terroristische organisaties, zoals Jemaah Islamiah. Het profiel van de bommenspecialist van Jemaah, de Maleisiër Azahari bin Husin, zou volgens de politie uit de restanten van de ontplofte bommen zijn af te lezen. Jemaah is een radicale moslimbeweging die sinds de val van president Suharto in 1998 meer en meer vrij spel kregen in dit immens grote land.
In dit verband is een vergelijking tussen de trend die in Europa aan de gang is en die je in Indonesië ziet frappant. Terwijl voorstanders van de Europese grondwet centralisatie van de macht bepleiten om het terrorisme beter aan te pakken, is er in Indonesië juist sprake van vérgaande decentralisatie van de macht -weg van Jakarta in de richting van de districten- waardoor terroristen juist meer bewegingsruimte hebben gekregen.
Verder leidt deze decentralisatie tot politieke machtsspelletjes op lokaal niveau waarbij religieuze sentimenten onder potentiële kiezers worden bespeeld, ten nadele van minderheden zoals christenen. Ook daarvan was en is Sulawesi een triest voorbeeld.
Of we ons nu een Europees of een nationaal bolwerk voorstellen, in beide gevallen hebben we de neiging ons erachter te verschansen en ons veilig te wanen - tegen terreur en tegen allerlei andere gevaren van buiten. Zo’n opstelling is niet alleen gebaseerd op een illusie, zij druist ook in tegen onze roeping als christenen. Er zijn immers geloofsgenoten elders in de wereld die onze steun hard nodig hebben. Steun in de vorm van aandacht, gebed, hulp of geld. Volgens de afstandtabel die de Bijbel ons aanreikt staan deze Christus-belijdende Indonesiërs ook nog eens heel wat dichter bij ons dan al die mede-Europeanen die in consumentisme en amusement hun levensvulling zien.