Van de W. wordt ervan verdacht incest te hebben gepleegd met drie van zijn dochters. In oktober en januari kwam deze zaak ook voor de rechtbank. Deze verwees de verdachte door naar het Pieter Baan Centrum (PBC).

Er is geen contact meer tussen Van de W. en zijn gezin. „Als ze terugwillen, is dat goed, maar ik ga ze niet achterna lopen”, zei de verdachte dinsdag.

De kans op herhaling van de incest is erg groot, constateerde het PBC. Van de W. ontkent alle aantijgingen en ziet niet in dat hij een seksueel probleem heeft. Zijn dochters voeren volgens hem een hetze, omdat hij volgens hen in het gezin zou optreden als een tiran.

De drie dochters eisen een schadevergoeding van gezamenlijk ruim 23.000 euro van hun zwakbegaafde vader. Zijn verminderde toerekeningsvatbaarheid was volgens de officier van justitie echter geen excuus. „Gedurende zes jaar heeft de verdachte ontelbare malen met zijn dochters gemeenschap gehad binnen de beslotenheid van het gezin.”

De advocate meende dat haar cliënt zijn straf al heeft gehad. „Zijn gezin is kapot en zijn boerderij is verlopen.” Tegen Van de W. lopen nog twee zaken: over verkoop van zijn boerderij en over echtscheiding met zijn vrouw.

Ondanks het pleidooi voor invrijheidstelling door de advocate, moet Van de W., die inmiddels tien maanden vastzit, in voorlopige hechtenis blijven.

De rechtbank doet uitspraak op 14 juni.