Tastend onderscheiden tussen bol en kubus
Titel:
”Filosofie. Gids voor de wereld van het kritische denken”
Auteur: David Papineau (red.)
Uitgeverij: Ten Have/Davidsfonds, Kampen/Leuven, 2004
ISBN 90 808290 4 8
Pagina’s: 224
Prijs: € 34,90. Hoe komen we aan kennis over de wereld om ons heen? Door ervaring, zegt de zeventiende-eeuwse denker John Locke. „Laten we aannemen dat de geest een onbeschreven blad is, zonder lettertekens, zonder ideeën. Hoe wordt hij dan aangekleed? Ik beantwoord deze vraag met één woord, door ervaring.”
Hoe houdbaar zijn Lockes ideeën eigenlijk? Om ze te staven, heeft hij een experiment voorgesteld. Veronderstel, schrijft Locke, een blindgeboren man, nu volwassen, die al tastend onderscheid heeft leren maken tussen een kubus en een bol van hetzelfde metaal en nagenoeg van dezelfde grootte. Als hij beide heeft gevoeld, kan hij zeggen wat de kubus en wat de bol is.
Veronderstel, zegt nog steeds Locke, dat de kubus en de bol op een tafel liggen en dat de blinde ziende wordt gemaakt. Zou hij, door zijn gezichtsvermogen, nog vóór hij ze aanraakt kunnen zeggen wat de bol en wat de kubus is? Locke beantwoordt de vraag ontkennend. Alleen door te zien, zou de ex-blinde er niet uitkomen, maar door betasten zou hij ze zonder mankeren kunnen benoemen, aldus de empirist.
Het grappige is dat men in 1960 Lockes experiment heeft uitgevoerd met mensen die levenslang hadden geleden aan grauwe staar. De resultaten gaven Locke maar ten dele gelijk: mensen die het gebruik van hun ogen terugkrijgen, kunnen meestal alleen op het gezicht, zonder hun tastvermogen te gebruiken, het verschil tussen eenvoudige vormen vertellen.
Wat het experiment aantoonde, had menig andere filosoof ook kunnen vertellen. Locke is immers maar een van de stemmen die de bonte wereld van denkers rijk is. Met elkaar schrijven zij vaak dikke, complexe en dus moeilijk toegankelijke pillen. Het grote publiek kan zich gelukkig prijzen dat de laatste jaren allerlei vlotte inleidingen op de markt komen.
Zo’n inleiding is het boek ”Filosofie. Gids voor de wereld van het kritische denken”, geschreven door filosofiedocenten van Engelse en Amerikaanse universiteiten (Tim Crane, Jesse Prinz, Adam Morton, John Cottingham, Brenda Almond en Jonathan Woolf). Het gaat op een prettig leesbare manier in op allerlei ingewikkelde vragen, zoals: We zeggen dat iets ”bestaat”, maar wat houdt dat in? Wanneer spreken we over ”waarheid”? Wat is ”bewustzijn” precies? En zijn we vrij om te kiezen hoe we denken en handelen? De kleurenillustraties worden afgewisseld door citaten en kaderteksten.
Wie denkt dat filosofie zwaarwichtig of droog is, heeft niet altijd ongelijk, maar in dit boek valt het allemaal reuze mee.