Paul Foreman en Vincent Hoedt van de Nederlandse afdeling van AzG zijn respectievelijk maandag en dinsdag in het Afrikaanse land opgepakt. Dat is gebeurd, nadat AzG dit voorjaar met een kritisch rapport was gekomen over stelselmatige verkrachtingen in de onrustige regio Darfur. De Sudanese justitie wil bewijzen zien voor de beschuldigingen, maar de hulporganisatie is niet van plan gegevens over de ondervraagde vrouwen te overhandigen.

Arbour benadrukte dat AzG „niets meer heeft gedaan dan deze verschrikkelijke misdaden te melden en er de broodnodige aandacht voor te vragen". Ze stelde dat verkrachting en seksueel geweld dagelijkse praktijk zijn in Darfur. Dat zei eerder dinsdag ook de speciale VN–gezant voor Sudan, Jan Pronk. Sudan spreekt de verkrachtingen tegen.

Algemeen directeur Geoff Prescott van Artsen zonder Grenzen eist dat de beschuldigingen worden ingetrokken. „De arrestatie van twee belangrijke coördinatoren brengt onze hulpverlening ernstig in gevaar. De bevolking van Darfur, die al zoveel doorstaan heeft, mag niet lijden onder deze arrestaties", aldus Prescott dinsdag.

De organisatie werkt met 180 internationale en 3000 Sudanese medewerkers op 29 locaties in Darfur. In de afgelopen twaalf maanden voerde zij bijna een miljoen consulten uit en behandelde zij 50.000 ondervoede kinderen. Ook bieden de medewerkers medische zorg aan mensen die slachtoffer zijn van geweld.

De Brit Paul Foreman (45) werkt sinds 2002 voor de organisatie, de 35–jarige Nederlander Vincent Hoedt sinds 1996.