Staking zet arts in spanningsveld
Christenhuisartsen horen niet te staken, stelde het commentaar van deze krant op 25 mei. Drs. Aart van Wolfswinkel
stelt dat dat genuanceerder ligt. Hij voelde vorige week de spanning in de huisartsenpraktijk. Een goed huisarts, en zeker een christen, staakt niet! Kort samengevat was dat de strekking van het commentaar onlangs in deze krant. Met als motivatie dat je de patiënt daarmee in de kou laat staan.
Een prima statement. De praktijk is echter genuanceerder. Werkzaam als een van de huisartsen in een gezondheidscentrum, stond de afgelopen week in het teken van de huisartsenstaking. In de actievergadering aan de vooravond van de staking kwamen we er niet uit. Wel over de noodzaak van acties, maar niet over de vorm.
Uiteindelijk werd besloten een zondagsdienst te draaien, waar ieder een eigen invulling aan kon geven. De patiënt mocht er niet de dupe van worden, maar het signaal moest wel duidelijk zijn. En dat lukte.
Gedurende drie actiedagen werd de kern van het debat duidelijk. Te veel wordt immers marktconform gedacht over huisartsenzorg. Cruciaal punt is de kwalijke invloed die de zorgverzekeraar in toenemende mate uitoefent op de arts-patiëntrelatie. Het kapitaal op de stoel van de dokter. Stukje bij beetje wordt een principiële wissel verzet. Huisartsenzorg is geen product, maar heeft een gezicht - die van de individuele huisarts. Stellingname is daarom nodig!
Middel
Maar heiligt het doel de middelen? Is een staking de geëigende manier om protest aan te tekenen? Deze vraag dringt, zeker in het licht van het Woord van God. In het evangelie toont Jezus als ”Christus Medicus” ons Zijn ziekenzorg. Een onbaatzuchtig, dienend bezig zijn, vanuit het hart. Navolgenswaardig.
Echter in schril contrast staand met de huisartsenstaking. Evenals Jezus’ opdracht om biddend -met de bede ”Geef ons heden ons dagelijks brood” - bezig te zijn met ons werk. Ook de notie over de overheid in de Romeinenbrief roept vragen op bij de huisartsenstaking. We zijn de overheid, als Gods dienares, onderworpen. Niet zozeer omdat ze goed beleid maakt; wel omdat ze haar macht aan God heeft te danken.
Maar nu mei 2005. De bijbelse boodschap moet immers gestalte krijgen in het leven van vandaag. Vanouds is staken taboe onder reformatorische christenen. Artikel 36 (Nederlandse Geloofsbelijdenis) en Zondag 35 (Heidelberger Catechismus) stempelden het denken over gezagsverhoudingen. Beiden ontstonden in een tijd waarin de overheid duidelijk machtsvertoon had met religieuze pretenties. Onze democratie is echter product van het Verlichtingsdenken en is gestoeld op het gelijkheidsbeginsel. De overheid, dat zijn wij! Deze nivellering uit zich in kiesrecht, inspraak, referenda, harde kritiek en in stakingsacties.
Definitie staking
Wel of geen christen, het zit ons in het bloed. Ook ik wil graag inspraak in het overheidsbeleid inzake huisartsenzorg. En een principiële koerswijziging vraagt toch om harde actie? Is staking dan te verantwoorden? Om deze vraag te beantwoorden, is allereerst nodig staking te definiëren. Van Dale noemt staking „het werk tijdelijk neerleggen om zekere eisen af te dwingen of uit protest.” Pressie of protest dus!
In engere zin heeft de huisarts dus niet gestaakt; de patiënt stond niet in de kou. In bredere zin natuurlijk wel. Wel degelijk was sprake van protest en pressie om minister Hoogervorst tot luisteren te dwingen. Levend met het Woord voelde ik me ongemakkelijk die dagen. Het protest deelde ik, in het centrum vertolkte ik een minderheidsstandpunt en ’genoot’ de relatieve rust.
Nieuwe stakingsacties bieden wat mij betreft echter géén soelaas. Het protest verwordt daarmee tot pressiemiddel, haaks staand op de genoemde bijbelse noties. Daarom, alle voorrang aan het gesprek tussen minister en huisarts!
De auteur is huisarts.