Vakantie in het natte gras

Met m’n slippers aan loop ik door het natte gras. In m’n ene hand een wc-rol, in de andere een toilettas. Een handdoek om m’n hals. Normaal gesproken zou ik er niet aan denken om me zó buiten te vertonen, maar op een camping gelden andere regels. En dat maakt kamperen nou net zo leuk.

10 May 2002 15:21Gewijzigd op 13 November 2020 23:34
Afwassen. Thuis een vervelend klusje, op een camping reuzegezellig. Vooral als je het samen met twee nichtjes kunt doen. - Foto’s RD, Anton Dommerholt
Afwassen. Thuis een vervelend klusje, op een camping reuzegezellig. Vooral als je het samen met twee nichtjes kunt doen. - Foto’s RD, Anton Dommerholt

„’t Is zeker de eerste keer, hè?” Ik kan de jongen die met z’n tennisracket om ons heen dartelt, wel wegkijken. Nee. Toevallig niet! We hebben de tent al zeker drie keer eerder opgezet. Maar we weten gewoon even niet meer hoe het moet. Dat kan toch gebeuren?

Hoe langer we ploeteren, hoe meer ik de ogen van de omstanders die vanuit hun campingstoeltjes de boel goed in de gaten houden, voel prikken. Weer stort een deel van het zojuist door ons geproduceerde bouwwerk in. Zeil, frame, buiten- en binnendoek, al die onderdelen willen maar geen bungalowtent worden.

Dan opeens gaat een lampje branden. Nog net voor de overige campingbezoekers unaniem besluiten de helpende hand te bieden. De luifel zit aan de verkeerde kant. Nu is de redding nabij. Even het tentdoek omdraaien en de klus is geklaard. Zo, kijken wat die jongen nu nog te zeggen heeft.

Weggooiservies
Pas wanneer we onze ’keuken’ aan het inrichten zijn, blijkt dat het maken van een lijst met benodigdheden voor het kamperen niet genoeg is. Het is ook wel zo handig alle spullen daadwerkelijk in de auto te stoppen. We zullen het deze dagen zonder campingborden en -bekers moeten doen. Voor zulke gevallen is het handig dat er een supermarkt op het campingterrein is. Die ook nog eens weggooiservies verkoopt. Gelukkig zit al het beddengoed wel in de tas.

De jongen -nu zonder racket- komt terug. „Hebben jullie al gegeten?” Dat moest hij van z’n moeder vragen. „We hebben echt campingeten”, zegt hij er ter verduidelijking bij. „Rijst met een prutje. Er zit veel paprika in.” Onze magen knorren, maar we slaan zijn aanbod toch af. Het plan is straks te gaan barbecuen. Het summum voor iedere kampeerder.

Een uurtje later wijzigt het menu alsnog. Het begint te regenen. En omdat we toch wat naar binnen willen werken, doet de snackbar om de hoek vanavond goede zaken. We klagen niet. Op ons eigen buitenterras lijkt zelfs een simpel patatje in een plastic bakje afkomstig uit een driesterrenrestaurant.

Hachee
De druppels op het tentdoek geven een seintje aan onze blaas. Tijd voor een bezoek aan het toilet. Gewapend met wc-rol en paraplu ga ik op zoek naar onze badkamer. Oei, dat is even slikken. De eerste wc-deur die ik opentrek sla ik snel weer dicht. Wellicht hebben sommige campinggasten vandaag hachee genuttigd of is er een bíjna zindelijke peuter aan het werk geweest. Gelukkig zien de andere toiletbrillen er schoner uit.

Terug bij de tent adem ik eens diep in en uit. Heerlijk, dat natte gras. Zodra ik die geur ruik, is voor mij de vakantie begonnen. Dat is wellicht iets dat ik vanuit m’n verleden met me meedraag. Ik ben zo ongeveer in de tent geboren. Mijn vader probeerde me al vroeg en voortdurend de gouden kampeerregels in te prenten. Altijd laarzen mee, is er een van. Zorg dat alles droog staat of hangt, een tweede.

Deze principes zijn in de praktijk geboren. Ik kan me herinneren dat hij tijdens regenachtige nachten onder z’n paraplu en met laarzen aan geulen groef rond de tent van m’n zus en mij. Om ons en onze spullen droog te houden. Diezelfde regen heeft m’n ouders eens het besluit doen nemen voortaan tijdens de zomers de toevlucht tot zuidelijker oorden te nemen.

Het wordt donker en dus tijd voor de gaslamp. Een handig huwelijkscadeau dat heel wat geld gekost moet hebben. We komen erachter dat het ding een elektrische ontsteking heeft. Een mooie mix tussen gemak en sfeer. Het ruisen van de lamp geeft een rustgevend gevoel. Echt een avond om vroeg onder de wol te duiken. Maar eerst maken we nog even een wandeling over het terrein.

Veel kinderen liggen inmiddels in bed. Een enkeling sputtert nog tegen. „Ik wil niet. Het is toch vakantie? En dan mogen we toch altijd opblijven?” „Hou je mond. Je gaat nu naar bed.” „Waarom?” „Omdat ik het zeg. Liggen nou.” Heerlijk dat je op de camping al die opvoedingsmoeilijkheden van anderen zo gemakkelijk kunt volgen. Als nu iedereen doet alsof-ie niet luistert, voelt niemand zich opgelaten. Van de oplossingen die de ouders aandragen kun je veel leren.

Kruiken
Omdat we een koude nacht verwachten, halen we de kruiken tevoorschijn. Misschien is dat wel tegen alle regels van stoere kampeerders in, maar zo’n eerste nachtje in de ’open lucht’ kan best wennen zijn. Het water verwarmen we op ons gaspitje.

Dikke sokken en zaklamp liggen binnen handbereik. Alles is gereed om mogelijke verstoringen van de nachtrust adequaat op te kunnen lossen. Maar het blijkt allemaal niet nodig. Zodra we het kussen ruiken, slapen we. Tot we de volgende ochtend wakker worden gemaakt. Helaas, niet door vogelgetjilp. Het zijn de jongens van de buren. Al voor 7.00 uur beginnen ze een enorm kabaal te maken. Wat de aanleiding precies is, ontgaat me, maar ze gaan er in ieder geval van uit dat er weer een nieuwe dag is aangebroken. Hun ouders zijn deze geluiden waarschijnlijk gewend. Ze slapen gewoon door. Nu ja, dan draaien wij ons ook nog maar een keer om.

Even later -was het even?- komt er een optocht van zingende kinderen langs. Leeftijdsgenootjes hebben elkaar hier in no time gevonden. Ze vertrekken naar de club of naar de vaatwasruimte. Dan is het vast voor ons ook al tijd om te gaan ontbijten.

Stralen
Thuis zou je er niet aan denken met dit weer buiten te gaan zitten, op de camping doe je het wel. En het is nog lekker ook. Zeker als even later het zonnetje doorbreekt. We verplaatsen onze eetkamer naar een plek in de eerste zonnestralen, en genieten.

Er zijn ook mensen die overdrijven. Zodra ze de zon zien, gaan jassen uit, T-shirts aan en komen zelfs korte broeken uit de koffer. Toch brengt hun optimisme een ondefinieerbaar vakantiegevoel naar boven. Een gevoel dat je in een huisje of hotel nooit en te nimmer zult hebben. Ook dit hoort bij de charme van het kamperen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer