Verantwoording
Kamervoorzitter Weisglas moest zijn collega’s donderdag weer eens vermanen. Een debat waarin op verzoek van de Kamer het voltallige kabinet aanwezig was, en dan maar zó weinig kamerleden in de zaal? Dat was ronduit gênant, vond Weisglas. Of de fractievoorzitters snel wat parlementariërs konden optrommelen om de vergaderzaal een gevulder aanzien te geven, luidde zijn korzelige verzoek.Terecht wond Weisglas zich op over dit staaltje van onfatsoen. Zoals hij zich eerder deze week ook terecht ergerde aan de drie fractievoorzitters van CDA, VVD en D66, die het debat over de jaarverslagen van de ministeries geheel aan zich voorbij lieten gaan. De heren hadden het te druk met folderen op Hoog Catharijne.
Een vreemde smoes. CDA-fractievoorzitter Verhagen mag dan beweren dat zijn collega Verburg net zo goed als hij het debat kon doen, maar dat is niet het punt waar het om gaat. Als de Kamer op de derde woensdag in mei, de zogeheten verantwoordingsdag, het hele kabinet op het matje roept, behoort dat debat ook cachet te krijgen door de hoorbare aanwezigheid van de fractieleiders.
Op verantwoordingsdag moet het kabinet zich verantwoorden over de maatregelen die zij het achterliggende halfjaar heeft genomen. Wat is er terechtgekomen van al die fraaie plannen die regering op Prinsjesdag presenteerde? Volgens de bedenkers van de derde woensdag moest deze dag qua aanzien bijna een tweede Prinsjesdag worden. Fractievoorzitters die om vage redenen verstek laten gaan, nemen dat ideaal blijkbaar niet serieus.
Maar de spa van de kritiek kan nog wel wat dieper de grond in. Steeds meer krijgen we in ons land te maken met politici die de representatieve democratie veronachtzamen ten voordele van allerlei vormen van directe volksinvloed. Want dat signaal geven Verhagen, Van Aartsen en Dittrich eigenlijk af. Het wellicht wat saaie en technische debat in de Kamer -hoewel vanuit het oogpunt van democratische controle van groot belang- kon hen gisteren gestolen worden. Zij gingen de straat op om al hun energie te geven aan… een volksraadpleging.
Maar ook degenen die wel hun plicht verstonden en zich in het debat met het kabinet terdege weerden, toonden zich gisteren slachtoffers van de tijdgeest. Hier waren het met name de linkse fracties die de mist in gingen. Zij konden er niet over uit dat premier Balkenende zich zo weinig gelegen laat liggen aan voor de coalitie ongunstige peilingen. Dat nog maar een klein deel van het volk vertrouwen heeft in dit kabinet, zou de regering tot een wijziging van haar beleid moeten brengen, vonden Bos en Kant.
Terecht stelde de premier hiertegenover dat hij doorgaat met zijn beleid totdat de kiezer hem de weg belemmert, een moment dat pas in 2007 eventueel aanbreekt. Zo werkt nu eenmaal de representatieve democratie. Een kabinet dat zich dagelijks laat bijsturen door peilingen, is tot machteloosheid gedoemd. Natuurlijk moet het zich ook tussen de verkiezingen in verantwoorden, maar dan primair tegenover de volksvertegenwoordiging. Bijvoorbeeld op verantwoordingsdag. In de terechte verwachting dat die volksvertegenwoordiging dan op volle sterkte aanwezig is.