Met minder dan twee weken voor de volksraadpleging voor de boeg, heeft de neecampagne een grote voorsprong genomen in de peilingen. Van de mensen die zeker gaan stemmen in het referendum op 1 juni, is nu 54 procent tegen de grondwet en slechts 27 procent voor. Dat blijkt uit onderzoek van TNS NIPO in opdracht van RTL Nieuws.

Een meting donderdag op de RD-website laat een nog veel groter percentage tegenstanders zien. Liefst 86 procent van de mensen die wil gaan stemmen, is tegen de Europese grondwet. Eind april was dat nog 73,6 procent. De voorstanders hebben in de RD-peiling een marginale positie: Het percentage van 9,2 procent in april verdampte tot 6,7 procent donderdag. Twijfelaars zijn er ook steeds minder: Wist in april een op de tien nog niet wat hij of zij zou gaan stemmen, nu is dat nog slechts 4,2 procent.

Bij de vorige TNS NIPO-peiling in maart lagen de percentages voor- en tegenstemmers niet zo ver uit elkaar. Het inmiddels gapende gat „is een slecht teken”, erkende staatssecretaris Nicolaï voor Europese Zaken donderdag in RTL Nieuws. „Maar we hebben nog twee weken”, zei hij hoopvol.

Van de neestemmers zegt 94 procent dat de Europese eenwording te snel gaat. Bijna 60 procent stemt tegen de grondwet uit protest tegen het kabinet-Balkenende. Ook de dure euro is een reden om tegen te stemmen. Volgens de peiling gaat 38 procent van de stemgerechtigde Nederlanders „zeker” stemmen. Dat is meer dan genoeg voor een kamermeerderheid van CDA en PvdA om de uitslag over te nemen.

Premier Balkenende noemde de peilingen over de EU-grondwet vrijdagmorgen in de Volkskrant „momentopnamen.” Een „harde, maar waardige” en korte campagne kan er volgens hem voor zorgen dat het nee omslaat in een ja.