Cultuur & boeken

Lichte muziek, eigentijdse taal

Titel: ”Totdat het veilig is. Psalmen voor Nu”
Auteur: Rien van den Berg e.a.
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2005
ISBN 90 239 1804 5
Pagina’s: 99
Prijs: met cd; € 27,50.

Ds. J. Van Amstel
18 May 2005 10:13Gewijzigd op 16 March 2023 13:15

Het project Psalmen voor Nu is een initiatief dat psalmen op een meer eigentijdse manier wil berijmen en laten zingen. Een team van dichters, componisten en hebraïci werkt sinds 2002 aan een nieuwe psalmberijming. Inmiddels is de eerste uitgave op de markt, waarin tekst en melodie van een zestiental psalmen is opgenomen. Een groep van vooral jonge mensen is ervan overtuigd dat de erediensten verrijkt worden wanneer weer meer psalmen worden gezongen. Met deze gedachte kunnen we heel blij zijn, want in veel gevallen wordt het zingen van de door de Heilige Geest ingegeven psalmen verdrongen door allerlei eigengemaakte liederen, ook al zijn deze door en door bijbels. Er zijn echter ook veel liederen die afwijken van het Woord van God of daarmee in strijd zijn. Vandaar dat je waardering kunt hebben voor elke poging om vaker psalmen te zingen. De initiatiefnemers schrijven: „Wij geloven dat een kerk die de psalmen verliest, een verlies lijdt dat met geen rijkdom aan andere liedteksten helemaal is te compenseren.”

Hoe is men vervolgens te werk gegaan? Een team van met name jongeren heeft in Psalmen voor Nu een nieuwe berijming verzorgd in eigentijds Nederlands, zoals men aangeeft, op nieuwe melodieën in de traditie van de lichte muziek van de afgelopen eeuw. Als doelgroep heeft men mensen op het oog die zijn opgegroeid met popmuziek. Tegelijk is men ervan overtuigd dat je kerkgangers trekt met de (voluit eigentijdse) inhoud van de psalmen, niet met de vorm.

Knelpunt
Over de zestien psalmen die nu beschikbaar zijn zou veel te zeggen zijn. Mij is gevraagd enkele facetten kort te belichten. Is Psalmen voor Nu bijbels verantwoord? De initiatiefnemers gebruiken het woord berijmingen, terwijl dat voor een groot deel niet opgaat. Wat vormgeving betreft, is het meer een mengeling van berijmde en vooral onberijmde teksten. Juist het laatste zou ertoe hebben moeten bijdragen dat de tekst nauw aansluit bij de grondtekst. En daar zit een heel groot knelpunt, omdat we in veel gevallen meer te maken hebben met een omschrijving van de tekst en soms ook een samenvatting van een tekstgedeelte. Meer dan eens doet men de tekst geen recht. Een paar voorbeelden.

In Psalm 15 is in vers 4 „die de HEERE vrezen” weergegeven met: „is kind bij u aan huis.” Meteen valt op dat men de NBV gevolgd heeft met het niet gebruiken van hoofdletters bij U en Hij als het over God gaat!

Psalm 73 begint met de belijdenis dat God goed voor Israël is. Daar heeft men van gemaakt: „Ik weet dat God goed voor zijn mensen zorgt.” Dat is niet hetzelfde. De uitroep in vers 11, „Hoe zou het God weten?”, is vervlakt tot: „God is blind en wij zijn rijk.” Om met dezelfde psalm verder te gaan: de goddelozen in vers 12 worden niet genoemd. En vervolgens zijn de verzen 12-16 samengevat. Ook ontbreekt de moeite waarvan vers 16 spreekt. Als vers 17 verwoord wordt met „ik ben eens rustig naar uw huis gegaan en toen begreep ik hoe het hen vergaat”, geeft dat niet weer wat de dichter aangeeft als een grote tegenstelling: „Totdat ik in Gods heiligdommen inging.” Banaal vind ik „ik leek wel gek” in plaats van: „ik was een groot beest bij U.” Het „ik kan bij u terecht” haalt het niet bij: „Gij zult mij leiden door Uw raad.” Heel vlak vind ik „mijn lichaam sterft, maar u verandert nooit” in tegenstelling tot: „Bezwijkt mijn vlees en mijn hart…”

Spierballengeweld
Wie zingt in Psalm 84 dat je bij God onder de pannen bent, als het gaat om een tempellied? Ik heb er moeite mee wanneer in Psalm 147 staat dat God slechteriken in het zand laat bijten en vooral dat Hij niet blij wordt van spierballengeweld. Je kunt toch in Psalm 9 God niet laten opstaan met „venijn”? In Psalm 90 wordt Gods toorn vervangen door Gods woede. In woede zit iets zondigs. Dat kan en mag je God niet toeschrijven. Ook niet in overeenstemming met Gods heiligheid is wat we lezen in Psalm 121, namelijk dat God niet indut en niet dommelt.

Er zijn qua dichtkunst voorbeelden te geven van mooie uitdrukkingen. In Psalm 22 kunnen we lezen: „Een kudde stieren drijft me in het nauw./ Ze zijn te sterk en met te veel./ Een overmacht, ze laten mij niet gaan,/ maar doen hun bek wijd open als een leeuw,/ een leeuw die, klaar om toe te slaan, eerst brult/ voordat hij springt, voor hij zijn prooi verslindt.

Bij de minder goede dingen die van de berijming van Psalm 84 zijn te zeggen, vind ik de volgende regels wel mooi: „Ja liever één dag dichtbij u, dan duizend dagen zonder u.” Daartegenover staat dat je in Psalm 28, waarvan Ria Borkent meer een echte berijming verzorgde, niet kunt vragen aan God: „geef lik op stuk, zet ze met kwaad en al te kijk.”

Popmuziek
Het boek gaat vergezeld van een cd, die ook als cd-rom dienst kan doen, waarop de psalmen te beluisteren zijn. Hoe zijn ze getoonzet?

De Psalmen 4, 9, 15, 22, 28, 53, 57, 84, 90, 121, 130, 131, 136, 142 en 147 zijn ook van een nieuwe melodie voorzien. Van melodieën geldt niet dat deze geïnspireerd zijn door de Heilige Geest en meer dan eens hangen ze samen met cultuur, zoals we wereldwijd kunnen waarnemen. Voor ons is de traditie vanuit Genève van grote betekenis. Musici wijzen terecht op het belang van de kerktoonsoorten. Daarvan vinden we niet veel terug in wat in Psalmen voor Nu wordt voorgesteld. Zelf zegt het team dat men aansluiting heeft gezocht bij popmuziek. Bij Psalm 121 sluit men nauwer aan bij de ons bekende melodie, maar bij andere psalmen tref je een stijl aan die niet past bij de eredienst.

Laat ik het team zelf aan het woord laten: „House of trance is ondoenlijk, omdat voor nummers in dat genre de tekst van Psalm 17 al aan de lange kant is. Rap is wel degelijk tekstgericht, maar met een gemeente van vijfhonderd mensen een nummer rappen, is een heikele onderneming. (…) De diversiteit van de psalmen leidde tot een breed scala van muziekstijlen - de eerste cd is daar een goede illustratie van. Psalm 4 is een rustige luisterpop, Psalm 6 bijna een smartlap, Psalm 9 een stevig rocknummer, Psalm 12 leunt tegen jazz aan - afijn, enzovoort tot de canon van Psalm 136 en de ragtime-psalm 147.” Van de laatst genoemde psalm zegt men: „De melodie moet herhalend en simpel zijn. De sfeer en stijl moeten het feestje laten knallen.”

Omdat de psalmen in de eerste plaats openbaring van God zijn, vragen deze ook in een berijmde vormgeving een stijl die past bij het Koninkrijk van God. Vanuit dit oogpunt bezien ben ik niet zo gelukkig met de gepresenteerde zestien psalmen. Ik denk dat ze niet zullen landen in kerken waar men veel rijker is met de Geneefse melodieën, die iets karakteristieks hebben, krachtig zijn en op meer dan één manier gezongen kunnen worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer