Opinie

Einstein tegenover Newton

Dit jaar is een bijzonder jaar voor de natuurkunde. Het is precies honderd jaar geleden dat Albert Einstein (1879-1955) in een vijftal publicaties de fysica op haar kop zette. Daarom is 2005 door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het Wereldjaar van de Natuurkunde, het World Year of Physics (WYP). Wie kent niet het woord relativiteitstheorie? Wie heeft niet ooit de formule E=mc(su2( ergens gezien?

Prof. dr. ir. J. H. van Bemmel
13 May 2005 10:50Gewijzigd op 14 November 2020 02:32
Prof. dr. ir. J. H. van Bemmel.
Prof. dr. ir. J. H. van Bemmel.

Leuk voor natuurkundigen, maar wat zegt anderen het WYP? Welnu, zonder fysica geen vervoer, communicatie of computerchips; geen MRI, radiotherapie of patiëntenbewaking; zonder natuurkunde niet die explosieve ontwikkeling van de techniek, begonnen in de vorige eeuw.

Einstein leek aanvankelijk geen hoogvlieger en begon na zijn natuurkundestudie als beambte op een octrooibureau in Bern. In zijn ’vrije tijd’ schreef hij in 1905 op 26-jarige leeftijd vijf publicaties, die de natuurkunde totaal veranderden en de wereld letterlijk op zijn grondvesten zouden doen schudden. Indirect was de atoombom immers het resultaat van zijn onderzoek, want de genoemde formule zegt dat materie kan worden omgezet in energie.

Een van die publicaties bezorgde hem in 1921 de Nobelprijs. Een ander groot fysicus, enkele eeuwen vóór hem, was Isaac Newton (1646-1723). Ook hij was een van de grootste wetenschappelijke genieën die de wereld heeft gekend. Einsteins nieuwe inzichten schopten de newtoniaanse fysica niet omver, maar maakten de toenmalige natuurkundige kennis algemener.

Welke God?
Een bekende uitspraak van Einstein over de nieuwste inzichten van de natuurkunde van begin vorige eeuw was: „God is geraffineerd, maar niet boosaardig” („Raffiniert ist der Herrgott, aber boshaft ist er nicht”). Welke ”Herrgott” bedoelde hij eigenlijk? Die van de Bijbel of van een geloof dat geen persoonlijke God erkent, maar wel een soort oerbeginsel?

Einstein was een Duitse jood en kon op tijd het nazisme ontvluchten. Hij kon zich het best vinden in de visie van Spinoza, die meende dat ”god” de hele werkelijkheid bezielt; een soort pantheïsme. Ook in onze tijd viert het ietsisme hoogtij.

En Newton dan? Geloofde hij in God? Op zijn grafmonument in Westminster Abbey in Londen staat: „Hij liet in zijn leven de majesteit van de almachtige en goede God zien en toonde in zijn doen en laten de zuiverheid van het Evangelie.”

Newton deed aan dagelijkse bijbelstudie en geloofde dat God de hele werkelijkheid had geschapen, inclusief de Bijbel. Hij vond dat de wetenschap zijn geloof ondersteunde.

Ook natuurkundigen zoals Kepler (overl. 1630) en Boyle (overl. 1691), Van der Waals (overl. 1923; zijn dochter was de bekende dichteres Jacqueline) en Planck (overl. 1947), slechts enkelen uit zeer velen, waren gelovige christenen.

Wat is er dan toch aan de hand met fysici als Einstein? Waarom werd het ineens ”not done” om in de God van de Bijbel te geloven? Wel, inmiddels had de Verlichting plaatsgevonden en was de evolutieleer van Darwin (overl. 1882) algemeen geaccepteerd. Sindsdien word je voor hopeloos ouderwets versleten als je gelooft dat deze wereld niet toevallig tot stand is gekomen en dat het heelal, de wereld en het leven door de Vader van Jezus Christus zijn geschapen.

Natuurwetten
Maar wacht eens even. Als je wat dieper doordenkt, ís dat geloof dan wel zo wereldvreemd? Stel nu eens dat het leven ’zomaar’ zou zijn ontstaan uit de materie, waar komt die materie dan vandaan? Wie bedacht de natuurwetten, de imponerende orde in de werkelijkheid, waaraan sterrenstelsels, planeten en moleculen gehoorzamen?

Met name daarvan was Einstein zeer onder de indruk. „Het enige dat onbegrijpelijk is aan deze wereld is, dat zij begrijpelijk is.”

In de laatste eeuw werd zo veel indrukwekkende kennis binnen de natuurkunde verzameld, dat toch niemand met ook maar een beetje gezond verstand kan geloven dat zoiets machtigs als de kosmos er ’vanzelf’ kan zijn gekomen? De natuurkunde kwam zelfs met de theorie van een oerexplosie (”big bang”), waardoor het heelal ooit zou zijn ontstaan. Maar hoe zit dat dan met het geloof van al die hedendaagse fysici en in hun kielzog de vele andere wetenschappers, tot aan theologen toe? Zijn die door de nieuwste natuurkundige kennis dan weer in de God van Newton gaan geloven, of papegaaien ze elkaar voortdurend na, zonder het echt zelf te begrijpen? Deinst men er wellicht voor terug dat het bestaan van God grote consequenties kan hebben voor je persoonlijke leven?

Bestudering
Kun je eigenlijk wel in God gaan geloven door de natuur te bestuderen? Ik denk dat het meestal de omgekeerde weg is. Pas als je gaat ontdekken dat de God van de Bijbel dezelfde is als de God van de natuur ga je met Newton „de majesteit van de almachtige en goede God zien” en in je „doen en laten de zuiverheid van het Evangelie laten zien.”

Over allen die zich niet zoals Newton voldoende inspannen door dagelijks de Bijbel te bestuderen heeft Paulus eertijds het een en ander opgemerkt (Romeinen 1:20-22). Dat geldt voor iedereen, ook voor natuurkundigen. Ook in 2005, het WYP.

De auteur is emeritus hoogleraar medische informatica en was van 2000 tot 2003 rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer