Campagne was vooral tegen Fortuyn bedoeld
Zelf vond Pim Fortuyn dat het vooral de regering was die hem probeerde te brandmerken als het grote kwaad, maar in werkelijkheid maakte met name activistisch Nederland zich hieraan schuldig. Er was zelfs een nieuwe campagne tegen hem op komst.
Nadat hij in maart tijdens een persconferentie in het Haagse perscentrum Nieuwspoort met taarten vol braaksel was bekogeld, stelde Fortuyn de regering medeaansprakelijk voor dit incident. „Zij helpt mee mij te demoniseren”, verklaarde hij. „Als mij ooit wat gebeurt, is de regering medeverantwoordelijk. Zij helpt het klimaat hiervoor te creëren.”
Toch waren het vooral linkse actievoerders die hem verdacht probeerden te maken vanwege zijn pleidooi voor een zeer stringent toelatingsbeleid voor asielzoekers. Enkele uren voor de dood van Fortuyn had het samenwerkingsverband Nederland Bekent Kleur nog een campagne gepresenteerd die zich op papier richt tegen racisme in het algemeen maar die in het bijzonder was bedoeld de kiezers te waarschuwen voor het „gevaar” Fortuyn.
Onderzoeker Peter Siebelt, die het hele netwerk van activistisch Nederland in kaart heeft gebracht, zegt over bewijzen te beschikken dat de campagne van Nederland Bekent Kleur maar één doel had: Pim Fortuyn beschadigen. Aanstaande zaterdag was een demonstratie gepland in Rotterdam, de woonplaats van Fortuyn. „Maanden is aan deze campagne gewerkt. Het moest de grote laatste aanval op hem worden.”
„Rotterdam is sinds 6 maart de stad waar rechts de lakens uitdeelt. Het feit dat rechts, populistisch rechts en extreem rechts in Europa en Nederland electoraal doorbreken, komt niet uit de lucht vallen. De verkiezingen van 15 mei zouden ook wel eens een ’zwarte woensdag’ voor Nederland kunnen betekenen. Daarom is het tijd voor een krachtig tegengeluid”, zo werd de keuze van Rotterdam door de organisatie verdedigd. De demonstratie is naar aanleiding van de moord op Fortuyn afgelast.
Siebelt vindt het een schande dat Nederland Bekent Kleur overheidssubsidie ontvangt. „Volgens de peilingen zouden meer dan 1 miljoen mensen op Fortuyn stemmen. Het is toch te gek dat het belastinggeld van diezelfde mensen wordt misbruikt om campagne te voeren tegen de partij van hun voorkeur.”
Volgens Siebelt is tijdens de voorbereiding van de campagne gezegd dat gewelddadige acties niet zijn uitgesloten. Hij zegt niet te weten of de dader van de moord op Fortuyn tot het netwerk van activistisch Nederland behoort. De Telegraaf onthulde dinsdag dat het iemand is met extreem linkse ideeën.
Een van de organisaties die Nederland Bekent Kleur ondersteunt, is de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO), een subsidieloket van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking. Andere organisaties die bij de organisatie van de demonstratie van aanstaande zaterdag zijn betrokken, zijn Aseed en Milieudefensie. Zij krijgen subsidie van het ministerie van VROM.
Enkele andere -gesubsidieerde- deelnemers aan Nederland Bekent Kleur zijn Novib, Jonge Socialisten, Jongerenbond, GroenLinks, Socialistische Partij, Pauluskerk in Rotterdam, Liberale Islamitische stichting, Dwars (GroenLinks Jongeren), IKV en het Palestina Komitee.
Hoewel de PvdA niet officieel aan de demonstratie van zaterdag wilde deelnemen, had ze volgens woordvoerder Jurgen de Wit van Nederland Bekent Kleur wel toegezegd eraan mee te betalen.
Een van de oprichters van Nederland Bekent Kleur, Abdou Menebhi, kondigde in april al aan dat er demonstraties tegen Pim Fortuyn zouden volgen of tegen partijen die met hem willen samenwerken. „We kunnen niet alles tolereren”, zei hij in een interview met de Geassocieerde Persdiensten (GPD). Menebhi was ook een van de organisatoren van de -gewelddadige- demonstratie tegen Israël op 13 april 2002.
Een vertrouweling van Fortuyn had maandagmiddag toegezegd dat Fortuyn dinsdagochtend op de onderzoeksresultaten van Peter Siebelt zou reageren. Woordvoerder Jurgen de Wit ontkent dat de campagne alleen tegen Fortuyn was gericht. „Hij had geen patent op het bespelen van onderbuikgevoelens in de samenleving.”