Veerman: vergrijzing boeren groot probleem
De vergrijzing in de landbouw is een groot probleem. Veel boeren kunnen moeilijk of geen opvolger vinden, constateert minister Veerman (Landbouw). Veerman zei dat dinsdag tijdens een vergadering van landbouwministers in Luxemburg. Landen werden daar opgeroepen om jonge boeren meer te helpen.
In sommige gebieden, zoals in Oost–Nederland, hebben landeigenaren grote moeite om een pachter te vinden. Volgens Veerman wijkt Nederland weinig af van het Europese gemiddelde, waarbij 55 procent van de boeren ouder is dan vijftig jaar.
Probleem is vooral dat jongeren de Europese landbouwsubsidies zien verminderen. Als ze een boerenbedrijf overnemen, moeten ze vaak andere activiteiten erbij nemen. Veerman stelde dat er vele nieuwe mogelijkheden zijn: „Bijvoorbeeld een paard stallen levert gauw 500 euro per maand op. En als je ziet hoeveel meisjes tegenwoordig een paard hebben! Ik wil jonge boeren maar zeggen: kijk verder dan het produceren van graan".
Veerman erkent dat jonge boeren daardoor ondernemender moeten zijn dan hun collega’s van vroeger. Het boerenonderwijs moet daarop inspelen, vindt hij. „Hoe ga je als boer bijvoorbeeld om met de agrarische termijnmarkt?“, stelde de minister. „Ik ben zelf opgevoed met het idee: dat is gevaarlijk, blijf ervan weg. Maar jongeren kijken daar anders tegenaan”.
Gemiddeld een op drie Europese boeren heeft een opvolger, meestal de zoon. Anderen verkopen de grond vaak aan collega–boeren, die zo grotere bedrijven vormen. „Op zichzelf is zo’n vergroting een voordeel, maar het is niet overal mogelijk", ziet Veerman.
Nederland komt de jonge boeren tegemoet met enkele regelingen. Zo kunnen jonge boeren eenvijfde van hun investering vergoed krijgen, tot een bepaald maximum. Ook gelden belastingvoordelen, zoals een hogere vrijstelling in de successierechten.
Europees Commissaris Fischer Boer (Landbouw) presenteert in juni een strategie voor het Europese platteland, waarbij ze ook de jonge boeren tegemoet wil komen. Vooral in Frankrijk, Duitsland en delen van Oost–Europa dreigt een leegloop. De Europese Commissaris wil de jonge boeren onder meer steunen met onderwijs. „Levenslang leren is ook in de landbouw belangrijk, bijvoorbeeld door internationale netwerken waarbij boeren hun kennis en inzichten met collega’s uitwisselen".