„Kijk mij in de ogen, Rugova!”
Slobodan Milosevic en Ibrahim Rugova zijn maandagochtend bij het Joegoslavië-tribunaal lijnrecht tegenover elkaar blijven staan. Dat betrof hun versie van de gebeurtenissen in Kosovo in 1999. Het was de tweede dag van het kruisverhoor van de gematigde leider van de Kosovo-Albanezen door de ex-president van Joegoslavië.
Een belangrijk twistpunt is wat er gezegd is bij de ontmoeting van Milosevic en Rugova in Belgrado op 1 april 1999, tijdens de NAVO-bombardementen op Joegoslavië. Rugova zegt dat hij al in de aanloop naar die ontmoeting bang was dat hij zou worden gedood bij een of ander incident dat in scène zou worden gezet door het Milosevic-bewind.
Maar volgens Milosevic heeft Rugova hem bij die ontmoeting verteld dat hij juist bang was gedood te worden door de radicalere etnische Albanezen van het Kosovo Bevrijdingsleger (UCK). „Kijk mij in de ogen”, zei Milosevic tegen Rugova. Die keek echter de kant van hoofdaanklaagster Carla Del Ponte op en verklaarde: „Dit is een leugen.”
Een tweede twistpunt zijn de honderdduizenden Kosovo-Albanezen die tijdens de NAVO-bombardementen op Joegoslavië, van maart tot juni 1999, naar de buurlanden Albanië en Macedonië togen. Getuigen hebben eerder tijdens het Milosevic-proces voor het VN-hof in Den Haag verklaard dat zij zijn verdreven of bang waren voor Servisch geweld. Milosevic is dan ook aangeklaagd wegens deportatie, een misdaad tegen de menselijkheid.
Milosevic zelf kwam tijdens het proces met andere verklaringen voor de massale uittocht. Eerder zei hij dat de Kosovaren bang waren voor de NAVO-bommen. Maandag kwam hij met een oproep tot „evacuatie” die zogenaamd was getekend door Ibrahim Rugova. Toen Milosevic Rugova confronteerde met de op felrood papier gedrukte oproep, bevestigde deze dat het pamflet circuleerde in Pristina, de hoofdstad van Kosovo. Volgens hem gaat het echter om een vervalsing.
Milosevic bleef erop hameren dat de Albanezen met de VS hadden afgesproken dat zij zouden vertrekken om de „militaire agressie” van de NAVO tegen Joegoslavië te rechtvaardigen. Dit zou een „oud idee” van de Kosovaren zijn. Rugova daarentegen bleef ontkennen dat er ooit een beleid heeft bestaan om alle Albanezen Kosovo te laten verlaten.
Bij een hernieuwde ondervraging door de Britse VN-aanklager Geoffrey Nice wees Rugova op spelfouten in het pamflet. Die wijzen erop dat de hoogleraar Albanese literatuur de tekst niet heeft geschreven. De ondervraging van Rugova voor het VN-hof in Den Haag is gistermiddag afgerond.
De Servische president Milan Milutinovic zal niet worden uitgeleverd aan het Joegoslavië-tribunaal zolang hij in functie is. Dat heeft premier Zoran Djindjic gisteren gezegd. Milutinovic is de laatste vertrouweling van Milosevic die is aangeklaagd en nog op vrije voeten is.