God regeerde tijdens de oorlog
Christenen moeten wijzen op Gods zorgzame macht in de Tweede Wereldoorlog en zij dienen te bidden voor herstel van een vrome geest in onze media en de geschiedschrijving. Zestig jaar na de Bevrijding is dat wat de Britse samenleving nodig heeft, meent een Engelse wetenschapper.
In 1942 verklaarde Winston Churchill: „Ik heb het gevoel dat een Leidende Hand tussenbeide is getreden.” Inderdaad. God regeerde tijdens de Tweede Wereldoorlog op een bijzondere wijze. Als we ons dit realiseren, zou dat ons geloof moeten versterken tijdens de herdenking van de zestigste verjaardag van de overwinning in Europa - op 8 mei 1945.
In mei 1940 haastten de Duitse bewapende colonnes zich als een bliksemschicht door Frankrijk en België en omsingelden ze het Britse leger. Churchill klaagde toen dat „alle wortel, hart en hersenen” van het Britse leger bijna leken te vergaan.
Koning George VI riep een nationale gebedsdag uit en drong er bij het volk op aan dat het zijn zaak aan God op zou dragen. Het resultaat?
Toen de Duitse troepen het Britse leger onder de voet leken te lopen, stopte Hitler zijn opmars geheel onverwacht. Tegelijkertijd brak een hevige storm los boven Vlaanderen die de Luftwaffe, die daar was gelegerd, aan de grond hield.
Onzichtbare hand
Precies één week later kwam de climax van de Slag om Engeland. Op zondag 15 september sloeg de Luftwaffe toe met een vloot van wel meer dan 1000 vliegtuigen; iedere bommenwerper werd beschermd door tot wel vijf jagers. Terwijl de Britse Hurricanes en Spitfires zich naar het gevecht begaven, begonnen de Duitse bommenwerpers reeds hun bommen af te werpen en vlogen ze terug. Te vroeg, soms zelfs voordat ze bij het gevecht betrokken waren geraakt. Het was alsof een onzichtbare hand ze omkeerde.
Duitse en Italiaanse troepen stormden nadien door het Middellandse-Zeegebied en Noord-Afrika, met het doel Suez en de Perzische Golf te bereiken (voor de olie). Daarna wilden ze Zuid-Azië binnendringen om zich bij de Japanse troepen aan te sluiten en op die manier de geallieerde troepen te omsingelen en in de val te lokken. Veldmaarschalk Rommels vermaarde Afrikakorps veroverde Noord-Afrika snel en bracht het Britse achtste leger bij Tobruk een zware nederlaag toe. De Duitsers waren in een juichstemming toen ze vlak bij Caïro kwamen.
George VI, die zich het strategische belang van de ophanden zijnde Slag om Al-Alamein realiseerde, riep opnieuw een nationale gebedsdag uit - op 3 september 1942. De gevolgen waren opmerkelijk.
De Duitse inlichtingendienst slaagde er niet in om een enorme samentrekking van 900 Britse tanks te ontdekken en was compleet uit het lood geslagen toen het Britse bombardement begon. Generaal Rommel en zijn stafchef waren in Duitsland. Zijn vervanger stierf aan een hartaanval tijdens de strijd en hun toevoerlijnen werden afgesneden. Rommels korps werd teruggedreven.
Op de avond van de geallieerde invasie in Frankrijk zei George VI op de radio tot de natie: „Ik roep mijn volk ernstig op tot gebed en verootmoediging. We moeten niet vragen of God onze wil doen zal, maar of we in staat gesteld zullen worden om de wil van God te doen. Ik weet zeker dat niet een van ons te druk is om mee te doen in een landelijke, misschien een wereldwijde gebedswake.”
De volgende dag deed zich een korte, gunstige omslag in het weer voor, terwijl de armada verder voer. Bovendien was dit de enige dag waarop de U-boten niet in het Kanaal patrouilleerden. Meer dan 400 schepen en 11.000 vliegtuigen staken het Kanaal over zonder ontdekt te worden. De misleiding was zo effectief dat zelfs toen de landingen begonnen, het Duitse oppercommando de realiteit van de invasie ontkende.
Vergeten
In de eerste plaats moeten we opmerken dat deze Goddelijke regering breed erkend werd door de nationale en de regionale pers van toen en ook door de leiders van de regering, de strijdkrachten en de koning.
Maar vandaag de dag is men deze boodschap vergeten. Kranten in de wereld en filmmakers in Hollywood weerspiegelen de secularisatie van de westerse samenleving. Academici hebben God ook uit de geschiedenisboeken verbannen.
Maar christenen moeten anders zijn. Zij moeten wijzen op Gods zorgzame macht in de oorlog en zij dienen te bidden voor een herstel van een vrome geest in onze media en de geschiedschrijving.
In vredestijd kunnen mensen zich verbergen voor de consequenties van goddeloosheid. In oorlog zijn ze veel gevoeliger. Toen de koning Groot-Brittannië opriep tot gebed, morde het niet maar ging het op de knieën. God deed iets - Hij bestuurde niet slechts de gebeurtenissen in de geschiedenis van de mensheid maar ontmoette ook mensen op een persoonlijke manier, Hij kwam in hun harten.
Precies zestig jaar later is dat precies wat ons land nu nog nodig heeft.
De auteur publiceert regelmatig over ethische en historische onderwerpen. Zij schreef dit artikel in de Engelse krant Evangelical Times.