Blijvend draagvlak voor 4 mei
Tachtig procent van de Nederlanders vindt het herdenken van oorlogsslachtoffers op 4 mei (heel) belangrijk en 75 procent vindt het vieren van de Bevrijding op 5 mei (heel) belangrijk.
Dat blijkt uit een onderzoek onder ruim 1000 mensen in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het beeld dat hieruit naar voren komt, wordt onderstreept door een representatief onderzoek dat door deze krant is uitgevoerd onder RD-lezers en leerlingen van reformatorische scholen. In de gereformeerde gezindte scoort het percentage voorstanders van de blijvende herdenking van 4 mei circa 10 procent hoger.
De leeftijd maakt niet veel uit bij de beantwoording van de vragen van het Nationaal Comité, al stijgt het percentage dat voor herdenken kiest wel met de leeftijd. Voor 90 procent van de ondervraagden is 4 mei vooral respect tonen voor de oorlogsslachtoffers, voor driekwart van de bevolking is 5 mei een dag waarop men erbij stilstaat dat vrijheid niet vanzelfsprekend is.
Iets meer dan de helft van de ondervraagden vindt kennis van de Tweede Wereldoorlog noodzakelijk om de huidige internationale ontwikkelingen te kunnen begrijpen en iets minder dan de helft om nationale ontwikkelingen te kunnen duiden. Personen van 50 jaar en ouder zijn het daar vaker mee eens dan jongere mensen.
Op de vraag welke dagen bij voorkeur doorbetaalde vrije dagen zouden moeten zijn voor iedereen in Nederland, antwoordde 65 procent: bevrijdingsdag. Van alle feestdagen staat bevrijdingsdag nu op de derde plaats, na nieuwjaarsdag (88 procent) en tweede kerstdag (78 procent). Koninginnedag volgt met 64 procent op bevrijdingsdag.
De vraag of de jaarlijkse Dodenherdenking op 4 mei ook zestig jaar na het einde van de oorlog moet worden voortgezet, wordt door circa 90 procent van de lezers van deze krant positief beantwoord. Jongeren uit het reformatorisch onderwijs blijken dezelfde mening toegedaan.
Een deel van de ondervraagden -vooral de hoger opgeleiden- vindt dat de opzet van Dodenherdenking moet worden verbreed. Volgens 30 procent van de ondervraagden dient het op 4 mei niet meer alleen te gaan om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar moeten ook mensen die zijn gedood in recentere oorlogen of slachtoffer zijn geworden van zinloos geweld worden herdacht.
Over de betrokkenheid van Duitsers bij de herdenking lopen de meningen sterk uiteen. Voor wat betreft Dodenherdenking vindt 27 procent van de volwassenen en 35 procent van de jongeren het goed dat hierbij Duitsers aanwezig zijn. Eenderde van alle respondenten twijfelt over de aanwezigheid van Duiters op 4 mei, terwijl 36 procent van de volwassenen en 21 procent van de jongeren tegen is. Tot de voorstanders behoren vooral hoger opgeleiden.
Als het gaat om Bevrijdingsdag, zijn nog minder ondervraagden voor de aanwezigheid van Duitsers. Het gaat om nog geen 20 procent. Een kwart van de volwassenen en eenderde van de jongeren twijfelen. Tegen is echter 54 procent van de volwassenen en 40 procent van de jongeren. Er is dus in de gereformeerde gezindte geen grote steun voor het uitnodigen van onze oosterburen bij herdenkingen.