Calvinisme is in beginsel missionair van karakter
De gereformeerde theologie wordt verweten de eigen tradities boven de Bijbel te stellen. Ds. J. Holtslag stelt dat het calvinisme in beginsel missionair is ingesteld.
Vanuit de Angelsaksische hoek heeft het protestantisme en in het bijzonder de gereformeerde theologie het zwaar te verduren gehad. Eerst was er de uitspraak van Alister McGrath dat het protestantisme zou verdwijnen en alleen het evangelische zou blijven. Boven op deze stelling kwam de bewering van Michael Green dat gereformeerde theologie „zondige theologie” is.
De Britse hoogleraar uit Oxford baseert zich op het volgende: Hoewel de gereformeerde theologie het sola Scriptura hoog in het vaandel heeft, is het kenmerk van de gereformeerde of reformatorische theologie dat ze allerlei tradities in de kerk heeft ingevoerd die niet in de Bijbel staan. De evangelische theologie zou volgens hem wél missionair zijn ingesteld.
Subiet
Dat er kerkelijke cultuur is die niet in de Bijbel staat, lijkt me vrij logisch, omdat we 2000 jaar verder leven. Belangrijk hierbij is slechts of deze kerkelijke cultuur tegen de Bijbel ingaat en mensen van Christus afhoudt. Als dit het geval is, dan zal subiet die betreffende zaak afgeschaft moeten worden. Van wezenlijk belang is echter de vraag of de gereformeerde theologie wel missionair is.
De basis van het calvinisme is de absolute soevereiniteit van de Heere God. Hij is de Almachtige. Noch mens, noch duivel kan iets beginnen buiten de hun gestelde grenzen. En zo is er niets dat buiten Zijn wil om gebeurt in de mensenwereld of in de natuur. Hij is de enige handelende oorzaak en alles leidt tot het doel dat Hij Zich heeft gesteld.
In de theologie van Calvijn is al het andere dat hij behandelt terug te leiden tot bovenstaande. Of het nu gaat om het lijden in de wereld of om de pastorale zorg of de sacramenten, Calvijns opvattingen zijn terug te voeren tot het ene punt, dat de Heere God absoluut soeverein is. Dit geldt dus ook wat betreft het tot geloof komen van een mens. Het geloof is een gave Gods en is onverdiende genade.
Zo gesteld zou eenvoudigweg de conclusie kunnen worden getrokken dat het geen zin heeft zending en evangelisatie te bedrijven. Maar wie dit zegt, stelt zich niet op het spoor van Calvijn. Want Calvijn wil niets weten dan alleen door de Bijbel. Wat die hem zegt, staat bij hem dan ook onomstotelijk vast. En we weten allemaal hoe de Heere Jezus gezegd heeft: „Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb.”
Zo is daar het gebod, en ook binnen het calvinisme de leer dat er niet maar afgewacht, maar juist verkondigd moet worden.
Maar hoe zit dit dan met de absolute soevereiniteit van God? Want de calvinistische opvatting van geloof is dat geloof een relatie is tussen de mens en God, waarin God als eerste initiatief neemt. Dit initiatief ligt inderdaad volledig bij God. Het is namelijk naar Zijn wil wanneer predikanten, maar evengoed iedere christen, tot eer van God het Evangelie verkondigen om anderen voor Christus te winnen.
Missionair
Het geloof is een gave Gods, maar wil een mens tot geloof kunnen komen dan zal het Evangelie moeten zijn verkondigd, want het geloof is uit het gehoor. Het is waar dat de Heere ook op andere manieren het Evangelie kan laten verkondigen. Hij heeft geen mens nodig als getuigen van Zijn heilswerk. Maar Hij wil gebruikmaken van mensen, en wij mogen het als een eer beschouwen dat Hij ons wil gebruiken. Dit alles met als doel dat een mens het gehoorde Evangelie aanneemt en aanvaardt.
In dit alles kunnen we niets anders zeggen dan dat het calvinisme, en hiermee de gereformeerde theologie, in beginsel missionair is. Op grond hiervan kan onmogelijk de gereformeerde theologie „zondig” worden genoemd.
De auteur is hervormd predikant te Sint Jansklooster.