Overnameplan ABN verloopt stroef
Diverse kleine aandeelhouders reageerden donderdag instemmend op de overnameplannen van ABN AMRO in Italië. Bestuursvoorzitter Rijkman Groenink liet zich de complimenten welgevallen, maar gaf voor het eerst ook openlijk toe dat zijn bod op de bank Antonveneta niet soepel verloopt. „Wij hebben te maken met moeilijkheden.”
De poging van ABN AMRO om het Italiaanse Antonveneta in te lijven „leest als een spannende roman”, hield Groenink de aandeelhouders voor tijdens de jaarlijkse vergadering. Met deze luchtige opmerking verwees de bestuursvoorzitter naar de overnamestrijd die is ontbrand nadat ABN in maart een bod op Antonveneta aankondigde.
Groenink vindt dat zijn bank geen eerlijke kans krijgt bij de poging om de bank in te lijven. Zijn beschuldigende vinger wijst vooral in de richting van de Italiaanse centrale bank, die ABN AMRO op achterstand zou hebben gezet.
De eveneens Italiaanse bank Popolare di Lodi kreeg van de centrale bankier in Rome als eerste toestemming om zijn belang in Antonveneta op te voeren tot 30 procent. De bank uit de stad Lodi zit ABN AMRO dwars bij zijn overnameplan en heeft de kans die Banca d’Italia bood bijna volledig benut. ABN AMRO was lange tijd gebonden aan een lagere limiet en bezit momenteel circa 18 procent van de aandelen in de overnameprooi.
„ABN AMRO heeft de Europese Commissie erop geattendeerd dat wij het gevoel hebben dat we niet op hetzelfde speelveld spelen”, zei Groenink daarover.
Brussel heeft inmiddels twee brieven naar Italië gestuurd om opheldering te vragen over de opstelling van de centrale bank. Daarnaast diende donderdag in Rome een rechtszaak waarin ABN AMRO de ongelijke behandeling aanvecht.
Met deze zaak probeert ABN AMRO de zeggenschap van Popolare di Lodi tijdens een belangrijke aandeelhoudersvergadering zaterdag in te perken. Lodi zal bij de vergadering van Antonveneta proberen om het bestuur van de bank te vervangen. Als dat gebeurt, loopt het bod van ABN AMRO verdere averij op. Het zittende bestuur van Antonveneta steunt de Nederlanders.
Het is de vraag of directeur Peter Paul de Vries van de Vereniging van Effectenbezitters zo’n tegenslag zou betreuren. Hij kraakte donderdag op de vergadering in Den Haag het hoge bod dat Groenink op tafel heeft gelegd. ABN AMRO waardeert Antonveneta op 7,2 miljard euro en wil daarmee zestien tot zeventien keer de jaarwinst van de overnamekandidaat betalen om eigenaar te worden. Bij overnames in de Europese bankwereld is een bod van tien tot twaalf keer normaal, aldus De Vries. Daarnaast vreest hij voor cultuurverschillen tussen de Nederlanders en de Italianen. „Daar loopt ABN nu al tegenaan.”
Toen Groenink zijn bod eind maart lanceerde, wilde hij niet ingaan op eventuele problemen in Italië, dat overnames in de financiële sector door buitenlanders altijd heeft geweerd. Tijdens de aandeelhoudersvergadering liet de ABN-topman die opstelling varen en schemerde door dat hij ook rekening houdt met nieuwe tegenslagen. „Mochten er nog tegenvallers komen: wij zetten gewoon door”, beloofde hij de aandeelhouders.