Kans op geld voor boerenorganisatie
Het Contact Christen Agrariërs (CCA) moet zijn toegevoegde waarde goed op papier zetten en zijn werkwijze helder omschrijven. In dat geval maakt de organisatie, die boeren inzet als gesprekspartner voor collega’s in psychische nood, kans op financiële ondersteuning door de overheid.
Dat adviseerde de Tweede Kamer woensdag aan CCA-voorzitter B. Huinink.
In een gesprek met de kamercommissie voor landbouw zette Huinink uiteen dat zijn organisatie zich wil inzetten voor de hele agrarische sector. Hij komt veel „stille nood” tegen onder agrariërs. De vraag om psychische bijstand vanuit de sector is zo groot, dat het CCA het niet meer aankan. De organisatie heeft nu een medewerker een dag per week in dienst.
Financiële ondersteuning is nodig om meer mensen op te leiden tot gesprekspartner voor boeren, betoogde Huinink woensdag. Hij zei dat de reguliere hulpverleningstrajecten niet goed op boeren zijn toegesneden. Agrariërs ontmoeten maar weinig mensen, schetste de CCA-voorzitter. „Velen komen niet vaak van hun erf af en spreken dus niet met veel mensen over hun problemen.” Om boeren te kunnen helpen, is het belangrijk dat er iemand bij hen langskomt die hun leefwijze en situatie kent.
VVD’er Oplaat vroeg Huinink wat kerken voor zijn organisatie kunnen betekenen. De VVD’er zei zich te ergeren aan de opstelling van de PKN, die de biologische landbouw promoot in een pas verschenen manifest. In een interview met het GPD zei Huinink woensdag dat christelijke, gangbare boeren dat ervaren als een „klap in het gezicht. Doen wij het niet goed, is dan de reactie.” De kerk bedoelt het natuurlijk niet zo, aldus de CCA-voorzitter, „maar zo komt het over.”
De kennis van en het gevoel voor de agrarische sector zijn in de kerken „ontzettend verminderd”, zei Huinink tegen de kamerleden. Vroeger bestond de helft van de kerkenraad uit boeren of mensen die affiniteit hadden met de sector. „Dat is nu vaak gedaald tot nul”, stelde de voorzitter. Kerkenraden verwijzen hulpbehoevende boeren steeds vaker door naar zijn organisatie.