Ook Heineken was in de race voor uitbreiding van zijn belang. Het concern bezit 15 procent in Quilmes. Heineken kon niet opbieden tegen de synergievoordelen die Ambev meebrengt, aldus een woordvoerster gisteren. Het concern biedt 600 miljoen dollar, deels in contanten en deels in lokale brouwerijen. Quilmes blijft na de koop van Ambev onder controle van de familie Bemberg, die vanuit Luxemburg opereert.

„Blijkbaar mag Ambev een enorm marktaandeel innemen”, aldus de woordvoerster van Heineken. Zij doelde daarmee op de dominante positie die dat concern verkrijgt. In Europa zou dat volgens mededingingsregels niet toegestaan zijn. Ambev is voornamelijk actief in Latijns-Amerika en kan zich toch de vierde brouwer van de wereld noemen.

Het is de tweede keer in korte tijd dat Heineken een teleurstelling moet verwerken in Zuid-Amerika. De brouwer zag in maart het Braziliaanse Kaiser voor zijn neus weggekaapt. Het Canadese Molson kocht deze brouwersgroep om die te laten fuseren met zijn Braziliaanse dochter Bavaria, niet te verwarren met het gelijknamige Nederlandse merk. Heineken, dat voor 14,2 procent eigenaar was van Kaiser, kreeg een belang van 20 procent in de nieuwe combinatie.

Tijdens de presentatie van de jaarcijfers zei Heineken nog veel kansen te zien in Latijns-Amerika. Daar er geen andere grote brouwerijen zijn waarop het concern mogelijk kan inspelen, richt de brouwer zich nu op de verkoop van zijn als kwaliteitsmerk bekendstaande Heineken. Dat wordt in licentie gebrouwen door Quilmes en Kaiser. Overnames in nichemarkten zijn niet aan de orde, zei de woordvoerster.

Heineken is inmiddels als tweede brouwer van de wereld voorbijgestreefd door het Belgische Interbrew. Op de eerste plaats staat nog altijd het Amerikaanse Anheuser-Busch (Budweiser). Analisten menen dat Heineken agressiever mag optreden in overnamegevechten.