Naïef
De maatschappelijke problemen kunnen via het onderwijs worden opgelost. Die gedachte is al eeuwen oud. Franse filosofen uit de achttiende eeuw hadden reeds als stelregel: Bouw scholen en u kunt de gevangenissen afbreken.Inmiddels is gebleken hoe naïef het is geweest dit recept aan de maatschappij te geven. Het aantal scholen en onderwijstypen is sinds 1800 drastisch toegenomen. Het aantal gevangenissen ook.
Ondanks het feit dat deze methode niet heeft gewerkt, is de gedachte niet verdwenen. Wanneer de Tweede Kamer zich buigt over de integratieproblematiek blijkt een aantal politici opnieuw de oplossing van het onderwijs te verwachten.
Gisteren debatteerden de parlementariërs over het wetsvoorstel van twee PvdA-kamerleden en een LPF’er. Zij stelden voor scholen te verplichten hun leerlingen in contact te brengen met allochtone leeftijdsgenoten. Dergelijke ontmoetingen zouden goed zijn voor de integratie van de verschillende culturen die onze Nederlandse samenleving rijk is.
Dat er bij brede lagen van de bevolking karikaturen bestaan over mensen die andere culturele opvattingen hebben, is duidelijk. En het is bekend dat die misvattingen vooral te maken hebben met onbekendheid. Goede informatie verstrekken is zeker een belangrijk middel om stereotypen te bestrijden.
In het vergroten van kennis over allochtone groepen kunnen scholen zeker een rol vervullen. Dat mag ook van het onderwijs verwacht worden. Scholen bereiden leerlingen immers voor op hun functioneren in de maatschappij. In onze multiculturele samenleving is kennis van minderheden daarvan een wezenlijk onderdeel.
Toch heeft een overtuigende kamermeerderheid een streep gezet door het wetsvoorstel van de drie volksvertegenwoordigers. De eis dat scholen leerlingen in contact moeten brengen met andersdenkende leeftijdgenoten vinden de meeste partijen te ver gaan. Op zichzelf kan het nuttig zijn wanneer leerlingen met verschillende culturele achtergrond met elkaar in gesprek gaan. Zeker als dat onder goede begeleiding van een docent gebeurt. Maar scholen verplichten tot ontmoeting gaat praktisch en principieel te ver.
Verschillende woordvoerders vroegen of plattelandsscholen voortaan schoolreisjes naar zwarte scholen in grote steden moeten gaan organiseren in plaats van een uitstapje naar de diergaarde. Het aantal allochtonen is in sommige dorpen immers gering.
Ondanks de ironie die in deze opmerkingen te horen was, mag niet worden voorbijgaan aan het punt dat een dergelijk middel wel eens erger zou kunnen zijn dan de kwaal. Een eventuele excursie naar een zwarte school kan juist stigmatiserend werken. Autochtone leerlingen kunnen gemakkelijk denken dat „die buitenlanders” zo apart zijn dat een busreis gerechtvaardigd is.
Maar er zijn ook meer principiële bezwaren tegen het wetsvoorstel. Blijkbaar vinden PvdA en LPF het niet genoeg dat scholen lesgeven over allochtone cultuurgroepen in onze samenleving. Daarom willen ze scholen verplichten tot ontmoeting. Dan zien leerlingen dat moslimkinderen gewone mensen zijn.
De gedachte achter het opleggen van een verplichting is: Ontmoeten doet verbroederen. En daar gaat het uiteindelijk om. Daarom willen progressieve politici greep krijgen op de inhoud van het onderwijs. Leerlingen moeten hun eigen standpunten en gedachtewereld openstellen voor andersdenkenden en zich daardoor laten beïnvloeden.
Dat past wonderwel in het moderne denkklimaat dat we moeten leren allemaal een stukje van de waarheid in pacht te hebben en niemand de enige waarheid kan claimen. Het opdringen van die gedachte tast fundamenteel de vrijheid van onderwijs aan.