Geluksgevoel hoog in een hijskraan
Hoe hoger, hoe mooier. Dat is zo’n beetje het levensmotto van Henk Tieben, zelfstandig kraanmachinist uit Capelle aan den IJssel. „Gigantisch”, is dan ook zijn reactie op het nieuws dat zwaartransportbedrijf Mammoet in Schiedam vrijdag een mobiele hijskraan die 200 meter hoog kan worden, presenteert. Dit zou een wereldrecord betekenen.
Smalle, steile trappetjes leiden naar Henk Tieben in zijn cabine, op 25 meter hoogte in een torenkraan. Boven is er een mooi uitzicht op de imposante bouwput in de binnenstad van Woerden. Werklieden zijn bezig een betonnen vloer voor een parkeerkelder te storten.
Hoogtevrees heeft Tieben nooit gekend. Integendeel, hoog in de lucht voelt hij zich in zijn element. „Je hebt overzicht. Je positie geeft een bepaald verheven gevoel, in de goede zin van het woord. Ik denk ook nogal eens aan God. Hij ziet ook alles op deze aarde. Boven in de kraan kan ik veranderingen van het weer zien aankomen. Soms schakel ik de mensen op de vloer in. Jongens, trek maar een jasje aan, we krijgen zo regen.”
Tieben bedient meer dan eens een mobiele kraan, waarbij de machinist beneden zit. Tot dusver ging de inwoner van Capelle aan den IJssel, sinds 1989 kraanmachinist, met dergelijke kranen tot een hoogte van 60 meter. Hij hijst voornamelijk bouwmaterialen.
Van essentieel belang is een goede samenwerking met de bouwvakkers. „Het samenspel met de jongens is erg belangrijk. Stel dat ik met de mobiele kraan een koelunit boven op een gebouw moet hijsen en de man boven meldt mij via zijn portofoon: „Zwenk maar even wat naar links.” Dat is dus veel te vaag. Hij moet zeggen: „Zwenk 10 meter naar links.” Beneden gezeten zie ik die man immers niet op het dak staan. Ik merk al vrij snel of ik met een deskundige ploeg mensen te maken heb of niet.”
Kunst is om met de hijskraan de vaart in het productieproces te houden. Met de torenkraan, waarbij de machinst bovenin zit, moet Tieben bijvoorbeeld betonkubels (bakken) verplaatsen. „Als je de bakken van 80 meter hoogte moet laten zakken, moet je niet op 20 meter boven de grond al gaan afremmen, maar pas bij 4 meter. Dat is een kwestie van diepte-inzicht en ervaring. Ook moet je zorgen dat je geen slinger in je ketting krijgt. Dat leidt alleen maar tot vertraging. Als je niet snel genoeg werkt, raken de mensen geïrriteerd. Ze weten heel snel of je alles uit de kraan haalt wat erin zit.”
Mist en wind zijn twee vijanden van de kraanmachinist. Bij al te harde wind gaat de last onder aan de ketting te veel slingeren. Dat levert gevaar op voor de mensen die de lading moeten ’opvangen.’ Windkracht 6 is de kritische grens. „Dan moet je op je tellen passen.”
Zo nu en dan valt er een kraan om. Schrikbeeld voor Tieben? In zijn cabine haalt hij een foto van een omvergevallen kraan in Scheveningen tevoorschijn. Hij moest helpen bij de berging. „Meer dan eens zie je dat er iets fout was met de verankering op de vloer. Als ik ’s ochtends naar boven ga, werp ik altijd een blik op de situatie beneden. Hoe zit de kraan vast? Verder bid ik God om bescherming. Dat geeft me rust.”
Soms moet de machinist de mannen op de bouwvloer vanwege de veiligheid tot de orde roepen. „Als iemand op een onverantwoorde manier een last aan de ketting van mijn kraan pikt met het verzoek dat een stuk verder te hijsen, weiger ik dat. Ik moet ervoor in kunnen staan dat die last niet ergens halverwege naar beneden valt.”
Zijn meest aansprekende klus vindt Tieben het werk aan het KPN-gebouw op de Kop van Zuid in Rotterdam. Hij deed zijn werk op 100 meter hoogte. Aardig is het hijsen van werklieden in een bak, voor bijvoorbeeld werkzaamheden aan een flat. „Je hebt dan een heel speciaal vrachtje, waar je heel voorzichtig mee om moet springen.”
Meer dan eens zit Tieben van zeven uur ’s ochtends tot vier uur ’s middags in zijn eentje hoog in de cabine van een torenkraan. Eenzaam? „Nee, totaal niet. Via de portofoon houd ik contact met de mensen beneden. Ik heb hier alles bij de hand. Eten, drinken, een tandenstoker, een spiegeltje voor het geval ik iets in mijn oog krijg. Plassen kan ik in een jerrycan. Voorheen was ik planner bij een kraanverhuurbedrijf. Dan word je geleefd. Boven in de kraan heb ik momenten van rust. Dan kan ik bijvoorbeeld in mijn Bijbel lezen. Als ik ’s ochtends in de cabine de zon op zie komen en ik drink mijn bakje thee, dan ervaar ik wel eens een sprankelend geluksgevoel. Dan ben ik blij dat ik dit werk mag doen.”