Geen akkoord over schuldverlichting
De zeven rijkste industrielanden, verenigd in de G-7, hebben dit weekeinde geen overeenstemming bereikt over schuldverlichting van de armste landen. Het onderwerp is doorgeschoven naar een topconferentie in juli in Schotland.
Actiegroepen reageerden zaterdag woedend op het gebrek aan daadkracht. In de tussenliggende periode vinden 2 miljoen kinderen de dood, aldus ontwikkelingsorganisatie Oxfam. „Hoeveel moeten er sterven voordat zeven heren in een net pak een gevoel van urgentie ontwikkelen?”
De Britse minister van Financiën, Gordon Brown, had het onderwerp hoog op de agenda gezet door te pleiten voor verkoop van een deel van de immense goudvoorraad van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om schulden te kunnen kwijtschelden.
Hij heeft daar echter maar weinig steun voor weten te vergaren. In de verklaring die de G-7 na enkele uren overleg uitgaf, werd er met geen woord over gerept. Zijn Amerikaanse collega John Snow verklaarde bijvoorbeeld niets in goudverkoop te zien.
Nederland wil de huidige belegging in de goudvoorraad omzetten in rentedragende beleggingen, om de schuldenproblematiek te helpen financieren. Ook daar zijn de Amerikanen fel tegen.
Volgens Brown beseffen de G7-landen wel meer dan ooit dat er meer geld nodig is om ontwikkelingslanden uit hun benarde positie van hoge schulden gecombineerd met veel armoede en gebrek aan scholing en gezondheidszorg te halen. Oxfam vraagt zich echter af wanneer er eindelijk daden volgen. De rijke landen praten al jaren over kwijtschelding van schulden, maar grote stappen zijn tot dusver niet gezet.
Traditioneel kwamen de ministers van Financiën van de G-7 in Washington bijeen voorafgaand aan de voorjaarsvergaderingen van het IMF en de Wereldbank. De G7 bestaat uit de Verenigde Staten, Canada, Japan, Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk en Italië.
De Duitse minister van Financiën, Hans Eichel, zei na afloop van de bijeenkomst dat het beter is om innovatieve financieringsmethoden te bedenken. Hij zei daarbij voorstander te zijn van belastingen op kerosine en van hogere prijzen voor vliegtickets. Deze maatregelen, die de Franse steun hebben, moeten 6 tot 8 miljard dollar (3,6 tot 4,9 miljard euro) kunnen opbrengen, bedoeld voor de armste landen. De Europese ministers van Financiën willen daar komende maand verder over praten.
Minister Zalm van Financiën is voorstander van de invoering van kerosinebelasting op Europese vluchten als nieuwe financieringsbron voor schuldverlichting. De extra belastingmaatregel zou hij wel elders aftrekken, „want in Nederland doen wij al in ruime mate aan ontwikkelingshulp.”
De vice-premier zei dit zondagmiddag na afloop van de voorjaarsvergadering van het IMF in Washington. Een heffing van 33 eurocent per liter zou jaarlijks 6 miljard euro opleveren. In Nederland bestaat zo’n belasting op vliegtuigbrandstof al voor binnenlandse vluchten.
Zalm was in Washington echter niet optimistisch over een snelle invoering. „Ik zie het nog niet zo gauw van de grond komen”, zei hij.
Hij reageerde terughoudend op uitspraken van Brown. „Meestal komt iemand met een mooi plan en dan mag iemand anders dat betalen. Terwijl Amerika en Japan toch de zwaargewichten in de wereldeconomie zijn.”
In februari, toen de G-7-ministers ook topoverleg voerden, was de armste landen nog een snelle oplossing in het vooruitzicht gesteld. Daarbij ging het om de schulden die zij hebben bij instellingen als het IMF, de Wereldbank en regionale ontwikkelingsbanken. Probleem is evenwel dat de Wereldbank nieuwe projecten financiert uit de aflossing van andere leningen. Er is dus ’nieuw geld’ nodig om te voorkomen dat in de toekomst de hulpverlening op een lager pitje terechtkomt. De VS willen de leningen omzetten in giften. Critici vrezen dat de supermacht daarmee zijn invloedsfeer verder wil uitbreiden door daar voorwaarden aan te verbinden.