Ede na zestig jaar opnieuw bevrijd
Honderden inwoners van Ede herdachten afgelopen zaterdag dat de gemeente zestig jaar geleden bevrijd werd, door tientallen jeeps en andere oude legervoertuigen te verwelkomen.
„Kijk, hier kon ik voor de oorlog nog gewoon sleetje rijden”, zegt G. de Wit, een bejaarde inwoner van Ede. Hij staat schuin tegenover hotel De Paasberg, op de kruising van de Arnhemseweg en de Klinkenbergerweg. „Vanaf de Arnhemseweg suisde je dan het dorp in. Huizen en auto’s waren hier toen nog niet.”
De plek waar De Wit staat, is van historische betekenis. De Canadezen en Britten die Ede zestig jaar geleden bevrijdden, reden over dezelfde kruising het dorp in. „Ik heb het meegemaakt”, zegt De Wit, „al stond ik toen niet hier, maar in een smal straatje bij de Oude Kerk, waar nu de Torenstraat loopt.”
Nu, zestig jaar later, staat hij dan wel op dé kruising, samen met honderden van zijn dorpsgenoten. In de omgeving van hotel De Paasberg herleeft het verleden. Net als tijdens de echte bevrijding daverden de tanks, jeeps en legervoertuigen van toen afgelopen zaterdag Ede binnen.
De Wit gebaart in de richting van Arnhem. „Ja, ik kan het me nog goed herinneren. Daar kwamen ze vandaan.”
Rond elf uur bereikt de voorhoede, bestaande uit zo’n tien politiemotoren, de kruising. De legercolonne waar het eigenlijk om gaat, is nog nergens te zien. Vrijwilligers delen vlaggetjes uit onder de verregende toeschouwers bij de kruising om de sfeer wat op te vrolijken. De motoragenten doden de tijd door te poseren met glunderende kinderen op de knie.
Als de colonne even later toch voorbij komt gereden, gaan de camera’s massaal de lucht in. Voorop gaat veteraan Bakker, een oud-ordonnans van prins Bernhard. Hij was bij de bevrijding in 1945 de eerste die het toen nog bezette Ede bereikte. Nu mag hij voor in de eerste jeep plaatsnemen -naast de chauffeur van de prins, Jaap van de Pol- en de bewonderende blikken van toeschouwers beantwoorden met het rondstrooien van suikergoed.
Aan de bonte stoet figuranten die na hem volgt, valt precies het verloop van de oorlog af te lezen. Eerst passeren de Nederlandse militairen die bij het uitbreken van de oorlog vochten bij de Grebbeberg, gestoken in haveloze uniformen. Een deel van hen verplaatst zich per fiets. Wat later passeren uitbundig wuivende, in Airborne-uniformen gestoken Canadezen.
Hun komst wordt voorafgegaan door die van in armoedige kledij gestoken evacués. Hekkensluiters zijn de militairen van de strijdmacht die Ede bevrijdde: Canadezen, Britten. Daarachter rijden enkele uit de oorlog daterende, Hollandse legerjeeps.
De versleten, tot op het bot verroeste fietsen waarop de Nederlandse militairen aan het begin van de stoet zich verplaatsen, wekken deernis bij de toeschouwers. „Moesten ze het met dat spul opnemen tegen de Duiters? Dan is het een wonder dat ze het nog vijf dagen hebben volgehouden”, zegt een van hen.
„De manschappen die zich per fiets verplaatsten, hoorden bij de eskadrons 4, 5 en 6 van het vierde Regiment Huzaren”, zegt Ronald van Riet. „Zij moesten in de meidagen van 1940 de opmars van de Duitse troepen verplaatsen. Het vierde eskadron heeft bruggen opgeblazen over het Apeldoorns-Dierens kanaal, het zesde heeft in Noord-Ede met springstof bomen over de weg laten vallen.”
Van Riet vergroot het historisch gehalte van de herdenkingsdag met een unieke oorlogstentoonstelling in het voormalige modehuis Van de Weerd in Ede. Diverse voorwerpen uit de oorlog -wapens, een parachutistenmand- staan uitgestald. Verschillende modepoppen zijn aangekleed met historische soldatenuniformen. Prikborden met oude krantenknipsels en ander archiefmateriaal maken inzichtelijk hoe het verloop van de oorlog in en rond Ede is geweest.
Van Riet: „Kort nadat ik de expositie had opgebouwd, kwam mijn schoonvader een kijkje nemen. Opeens begon hij over de oorlog. Hij vertelde dat hij ooit een dode Duitse militair had gevonden op de eerste verdieping van een woonhuis. Dat je daar nu pas over begint, zei ik. Hij zegt: Al die tijd heb ik erover gezwegen. Maar nu ik hier rondloop, komt alles weer naar boven.”
Intussen denderen de historische voertuigen nog steeds over de kruising bij de Paasberg. Tientallen toeschouwers doen verschrikt een stapje terug als een zware Canadese tank door de bocht rolt. Als na ruim een uur de laatste legerjeep is voorbijgereden, stijgt uit de menigte een aarzelend applaus op. De Wit: „Na zestig jaar zijn we opnieuw bevrijd.”