Opinie

Toren van Babel in kale woestijn

De Verenigde Staten van Amerika staan in het beklaagdenbankje. Het land dat jarenlang internationale samenwerking bevorderde, wordt nu verdacht van solisme. Het waren de Amerikanen die ons leerden internationaal te denken. En nu isoleren ze zich van de rest van de westerse wereld. Sterker nog, de VS zouden de internationale rechtsorde schenden, zo valt te horen bij veel Europese politici.

2 May 2002 14:47Gewijzigd op 13 November 2020 23:33

Na de terreuraanslagen op 11 september in New York bood de NAVO direct haar solidariteit aan. De gedachte hierachter was meer machtspolitiek geïnspireerd dan menslievend: men wilde meer invloed hebben op de koers die de Amerikaanse president zou varen. Solidariteit als middel voor politieke invloed dus.

Maar hoe meer lotsverbondenheid de NAVO-landen betuigden, hoe minder Bush zich openstelde voor goede adviezen.

De Amerikanen zeggen dat ze voldoende aan wereldwijde consultatie hebben gedaan binnen de coalitie tegen terreur, maar de Europeanen klagen over een steeds bredere Atlantische kloof. Na het aantreden van de rechtse president Bush zou deze kloof alleen nog maar groter en dieper zijn geworden.

Daar valt veel voor te zeggen. In de afgelopen jaren zijn de VS buiten een groot aantal internationale verdragen gebleven. Enkele van de belangrijkste internationale verdragen zijn het Statuut van Rome, het Antilandmijnverdrag, het Kyoto-klimaatverdrag en het Kernstopverdrag. Eind vorig jaar zegde president Bush ook eenzijdig het ABM-verdrag op, dat sinds 1972 een hoeksteen vormde onder het nucleair evenwicht tussen Amerika en de Sovjet-Unie.

Het verdrag dat momenteel erg de aandacht trekt is het Statuut van Rome, dat de basis legt voor het Internationaal Strafhof. De eerste zitting van het hof is waarschijnlijk op 1 juli in Den Haag, waar de internationale rechtbank wordt gevestigd. Het hof moet verdachten van drie grote misdrijven berechten: oorlogsmisdaden, misdaden tegen de mensheid en volkerenmoord.

De Amerikanen willen hier echter niet aan meewerken. President Clinton ondertekende het Statuut van Rome alleen maar om meer invloed te kunnen hebben, niet om het te steunen.

De nieuwe regering-Bush is nog veel sterker in haar afwijzing van het Internationaal Strafhof. In december vorig jaar nam de Amerikaanse Senaat een wet aan die samenwerking met het hof verbiedt. De VS willen geen militaire steun geven aan staten die wel aan dit hof meewerken, behalve aan NAVO-landen. Ook levert Amerika geen troepen meer voor vredesmissies, tenzij berechting van Amerikaanse soldaten vooraf is uitgesloten. En mochten er toch militairen in Scheveningen gevangen worden gehouden, dan overweegt de Amerikaanse luchtmacht ze te gaan halen.

Schande, schande, driewerf schande, riepen Europese politici in koor. De arrogantie van de macht, schreven kranten. De VS worden een supermacht met keizerlijke kapsones voor wie gerechtigheid een hinderpaal is geworden, constateerden commentatoren. Nu kan men inderdaad veel kritische vragen stellen bij de Amerikaanse afwijzing van allerlei verdragen. De VS eisen van elk land dat het zich aan regels houdt, op straffe van een economische boycot of een militaire inval. Dus mag men van Amerika ook verwachten dat het zich verbindt aan de strijd tegen bijvoorbeeld landmijnen.

Toch moet men serieus overwegen of Clinton en Bush geen gelijk hebben in hun afwijzing van het Internationaal Strafhof. Rechtspraak floreert alleen in een nationale context. Slechts samen met de wetgevende en de uitvoerende macht vormt de rechterlijke macht een volwassen systeem waarin een rechter iemand met goed fatsoen ”in naam der wet” kan opsluiten. Deze drie machten vormen samen een democratisch evenwicht.

Momenteel zien we bijvoorbeeld het Joegoslavië-tribunaal worstelen met de vragen van oud-president Milosevic bij de legitimatie van het tribunaal. Nog nooit werd hier een bevredigend antwoord gegeven. Deze problemen zullen zich bij een permanent strafhof verveelvoudigen.

Verder loopt een internationaal hof het gevaar als een ongeleid projectiel allerlei subtiele diplomatieke processen te doorkruisen. In België heeft men nu al een wet om oorlogsmisdadigers te vervolgen. Onder anderen de Israëlische premier Sharon en de Palestijnse leider Arafat zijn op grond daarvan aangeklaagd. Met als gevolg dat Sharon zelfs geen tussenlandingen in België meer maakt. Het is de vraag of de Belgische minister van Buitenlandse Zaken reden heeft om blij te zijn met een onafhankelijke aanklager.

In internationaal verband zullen zulke diplomatieke problemen zich gaan ophopen. In Israël heerst bijvoorbeeld de vrees dat de Arabische wereld dit strafhof zal gebruiken om massaal te klagen tegen Israëlische militairen. Uiteraard heeft Israël niet het recht oorlogsmisdaden te plegen. Maar het probleem is dat dit strafhof per definitie kwetsbaar is voor politieke druk. De beste aanklager kan nog vrij gemakkelijk onder druk worden gezet.

Dit strafhof komt te vroeg. Datgene wat wij internationale rechtsorde noemen, is feitelijk nog altijd een utopie. Er bestaat geen gezaghebbende wereldorde waarbinnen internationale strafrechtspraak een natuurlijke plaats heeft. Zolang er geen internationale wetgevende en uitvoerende macht is, roept een internationale rechtsprekende macht meer problemen op dan ze bezweert. Het is een Toren van Babel in een kale woestijn.

Evert van Vlastuin

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer