Gemeenten moeten corporaties sturen
Gemeenten moeten extra bevoegdheden krijgen om woningcorporaties te sturen. Op die manier kan de overheid huizenbeheerders dwingen meer woningen te bouwen.
Dat advies staat in een rapport van het Amsterdamse onderzoeksbureau Rigo over het functioneren van woningcorporaties. Het rapport is donderdag overhandigd aan Tweede-Kamervoorzitter Weisglas.
De Tweede Kamer bezint zich op dit moment op de toekomst van de corporaties. De fracties willen graag meer invloed van de overheid op de woningbeheerders. Op dit moment hebben overheden geen instrumenten om de corporaties te dwingen tot woningbouw. De politiek vindt dat onwenselijk. De corporaties hebben een gezamenlijk vermogen van 15 miljard euro en bouwen weinig woningen.
Het Rigo stelt voor dat corporaties „niet vrijblijvende afspraken” over hun bouwactiviteiten maken met gemeenten. Laatstgenoemden moeten vooraf een zwaar adviesrecht krijgen voor het prestatieplan dat corporaties vaststellen. Wat gemeenten wenselijk achten, moeten ze vastleggen in een beleidsplan. Corporaties dienen daar hun conceptprestatieplan op af te stemmen. Als gemeenten en corporaties niet tot overeenstemming kunnen komen, moeten ze hun geschil voorleggen aan een externe mediator. Zijn advies is in veel gevallen bindend. Op dit moment maakt tweederde van de gemeenten geen prestatieafspraken met corporaties.
Verder stelt het Rigo voor dat woningbeheerders niet alleen huizen maar ook andere gebouwen, zoals verpleeghuizen, verzorgingshuizen en scholen, moeten realiseren. Veel corporaties hebben daar voldoende geld voor.
Het Rigo vindt dat corporaties hun geld onderling moeten verdelen. Een aantal woningbeheerders heeft nauwelijks geld, terwijl andere tientallen miljoenen bezitten. De rijke corporaties moeten geld in een fonds storten en dat kunnen de armlastige onderling verdelen.
Nederland telt ruim 500 corporaties. Zij beheren 2,4 miljoen woningen. Dat is 40 procent van de totale voorraad.