Families werknemers MG Rover protesteren voor huis Blair
Ongeveer honderd familieleden van werknemers van de noodlijdende Britse autofabrikant MG Rover hebben woensdag geprotesteerd bij het huis van premier Tony Blair in Londen. Zij protesteerden tegen de mogelijke sluiting van de failliete autobouwer en het ontslag van duizenden werknemers.
De demonstranten werden met bussen vervoerd van de Longbridge–fabriek nabij Birmingham waar de Roverfabriek is gevestigd tot aan de ambtswoning van Blair aan Downing Street 10. Een kleine groep werd uitgenodigd door premier Blair en overhandigde hem een brief. Zij willen Blair ervan overtuigen alles te doen om de gesprekken met de Chinese autofabrikant Shanghai Automotive Industrial Corp. (SAIC) in goede banen te leiden.
Het Chinese bedrijf zou mogelijk de bezittingen van Rover willen overnemen. Het gaf dinsdag echter aan te willen wachten met het besluit totdat de bewindvoerders van Rover een punt hebben gezet achter de surseance waar het Britse bedrijf sinds vorige week vrijdag in verkeert.
De bewindvoerders van PricewaterhouseCoopers (PwC) maakten woensdag bekend dat er geen geld meer is om Rover–dealers te vergoeden voor de reparatiekosten die zij hebben gemaakt. Rover–bezitters konden hun auto’s voorheen altijd gratis laten repareren als onderdeel van een garantieregeling.
Ongeveer 6100 werknemers van MG Rover en nog eens duizenden werknemers van toeleveringsbedrijven kunnen hun baan verliezen als het bedrijf over de kop gaat. Afgelopen week verleende de Britse regering Rover nog een noodkrediet van 6,5 miljard pond sterling om te voorkomen dat deze week al ontslagen vielen.
