Kamer worstelt met ’passende arbeid’ in prostitutie
De Tweede Kamer worstelt met vacatures voor werk in de prostitutie die via de Centra voor Werk en Inkomen (CWI) worden aangeboden. Tijdens een debat met minister De Geus van Sociale Zaken bleek woensdag dat een meerderheid van de Kamer er grote moeite mee heeft dat prostitutie volgens de bewindsman als „passende arbeid" kan worden beschouwd.
De Geus stelde vorige maand dat wegens de afschaffing van het bordeelverbod „op voorhand" niet kan worden uitgesloten dat een aanbod van werk als prostituee passsend is. In de praktijk moet het dan gaan om mensen die vroeger als prostituee gewerkt hebben en bovendien aangeven er geen problemen mee te hebben.
De christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP plus de SP vinden dat vacatures voor werk in de prostitutie sowieso niet op de internetsite en in de bakken van het CWI thuishoren. De PvdA, VVD, GroenLinks en D66 hebben er niks op tegen dat dergelijke vacatures via de voormalige Arbeidsbureaus worden aangeboden, maar wijzen actieve bemiddeling af.
„Werken in de prostitutie kan een vrije keuze zijn", aldus VVD–Kamerlid Weekers. „Maar de klompen vielen mij af – ik wilde niet zeggen mijn broek zakte af – toen ik hoorde dat er sprake is van passende arbeid omdat iemand ooit in de sector heeft gewerkt". Daarmee wordt volgens hem een verbinding gelegd met de sociale zekerheid, waardoor hij vreest voor sancties als een werkloze niet meewerkt aan de bemiddeling naar werk.
De Geus stelde dat vacatures voor werken in de prostitutie formeel niet geweerd kunnen worden van de site van het CWI, maar dat wel „gepaste censuur" mogelijk is. Volgens hem is werken in de prostitutie weliswaar legaal, maar „zeker niet normaal". Op aandringen van de VVD zegde de bewindsman ook toe bij het CWI en uitkeringsinstantie UWV helder te maken dat van actieve bemiddeling, dwang en sancties geen sprake mag zijn.