Volgens minister Zalm van Financiën houden de landen in de uithoeken van de EU en „lidstaten met veel eilanden en dus veel vliegverkeer" zo’n kerosineheffing tegen. Deze landen vrezen dat de heffing een rem zou zijn op de economie in veel regio’s.

„Daardoor zie ik het de eerstkomende jaren niet tot zo’n belasting komen", aldus Zalm. Bedoeling was de ontwikkelingshulp een impuls te geven door 0,33 eurocent belasting te heffen op elke liter vliegtuigbrandstof. Dat zou in de hele EU jaarlijks 6 miljard euro opleveren.

Zalm is in prinicipe niet tegen een belasting op kerosine. „Het vliegtuig is de enige vorm van vervoer die niet op zo’n manier wordt belast. Waarom zou je het vliegtuig dat voordeel geven op bijvoorbeeld de auto?"

Zalm had de opbrengst van de heffing, die hij raamt op 300 tot 400 miljoen euro voor Nederland, niet willen gebruiken voor ontwikkelingshulp. De regering–Balkenende voldoet al aan de internationale afspraak om 0,7 procent van het bruto binnenlands product of totale omvang van de Nederlandse economie te investeren in ontwikkelingslanden. Nederland zit zelfs boven die limiet. Zalm had het geld willen gebruiken voor een verlaging van de inkomstenbelasting.