Prepensioenafspraken zijn van kracht voor ongeveer 1,7 miljoen werknemers. Want die gelden ook voor de 1,1 miljoen werknemers die onder het pensioenfonds PGGM vallen. „Zij kunnen voor hun 65e jaar stoppen met werken", zei CAO–coördinator A. Jongerius van de FNV dinsdag.

„Ook in CAO–land lijkt de lente aan te breken", constateert Jongerius. Maar niet in alle sectoren gaat dat op. Kort nadat Jongerius de positieve balans had opgemaakt, liepen de onderhandelingen over een bouw–CAO opnieuw vast.

Dit jaar moeten honderden CAO’s worden vernieuwd. Directeur H. van der Steen van werkgeversorganisatie AWVN is voorzichtig positief. „We staan nog maar aan het begin. Tot nu toe zijn 53 van de ruim vijfhonderd CAO’s waarbij wij betrokken zijn, vernieuwd". Van der Steen heeft de hoop dat dit voorjaar een grote slag gemaakt wordt over heikele punten als ziekengeld, (vroeg)pensioen en verlofsparen via de nieuwe levensloopregeling.

De FNV en de AWVN hebben een tussenbalans gemaakt op basis van eigen gegevens. Daaruit blijkt dat dit jaar de lonen gemiddeld met 0,9 tot 1 procent stijgen. „Dat ligt in de buurt van onze CAO–eis van 1,25 procent", aldus Jongerius. Volgens de FNV bedraagt de gemiddelde loonsverhoging in 2006 1,25 procent.

In de voorlopige balans concludeert Jongerius dat „het principiële verzet van de werkgevers tegen afspraken om werknemers in staat te stellen voor het 65e jaar te stoppen, is gebroken. Dat mag dus geen belemmering meer vormen voor de onderhandelaars in nog af te sluiten CAO’s".

Maar volgens de AWVN zal in de toekomst toch langer doorgewerkt moeten worden. Van der Steen constateert dat sommige werkgevers, zoals staalbedrijf Corus, inderdaad nog geneigd zijn met bonden afspraken te maken over vervroegd uittreden voor werknemers met slijtende beroepen. „Maar uiteindelijk moeten we toch met z’n allen langer doorwerken. Door de vergrijzing hebben we straks iedereen nodig", waarschuwt hij.

De discussie over het doorbetalen van loon bij ziekte verloopt volgens de AWVN nog moeizaam. De werkgevers willen in principe over de eerste twee jaar ziekte niet meer betalen dan in totaal 170 procent salaris. Tot nu toe is dat de AWVN gelukt bij eenderde van de nieuwe CAO’s. „In zeven CAO’s krijgen zieke werknemers toch 200 procent", aldus Van der Steen teleurgesteld.

De FNV is juist tevreden dat in veel CAO’s is afgesproken meer dan die 170 procent te betalen. Er zijn ook afspraken gemaakt over het voorkómen van ziekteverzuim en terugkeer naar werk.

Minder te spreken is de vakcentrale over de kinderopvang. De nieuwe wet gaat er vanuit dat ouders, werkgevers en overheid de kosten delen. Werkgevers zijn echter niet wettelijk verplicht bij te dragen. In de meeste CAO’s zijn wel afspraken gemaakt. Iets meer dan de helft van de werknemers krijgt maximaal eenzesde van de kosten vergoed. Daarbij wordt niet gekeken of ook de werkgever van de andere partner bijdraagt. En slechts 21 procent heeft recht op vergoeding van eenderde van de kosten.