„Hof moet moorden in Congo stoppen”
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) moet een einde maken aan de massaslachtingen in de Democratische Republiek Congo (RDC), die regelmatig gepleegd worden door stromannen van buurland Uganda, vindt de Congolese ambassadeur in Nederland, Jacques Masangu-a-Mwanza.
De ambassadeur betoogde dit maandag voor de VN-rechters in het Haagse Vredespaleis. Het Internationaal Gerechtshof begon daar met de mondelinge behandeling van de klacht die Congo in 1999 indiende tegen Uganda. Het buurland was Congo in 1998 binnengevallen.
Ugandese troepen bezetten op een gegeven moment ongeveer eenderde van het reusachtige buurland; tienduizenden Congolese militairen kwamen bij de gevechten om het leven.
De oorlog in Congo, waarbij ook Rwanda, Zimbabwe en Angola betrokken raakten, kostte circa 3 miljoen mensenlevens, zo schatten westerse waarnemers. Het conflict is daarom ook wel eens aangeduid als Afrikaanse wereldoorlog. Momenteel is er officieel een staakt-het-vuren in Congo-Kinshasa, maar er zijn nog steeds milities actief die terreur zaaien onder de burgerbevolking en zich schuldig maken aan gruweldaden.
De buitenlandse bemoeienis met Congo eist niet alleen mensenlevens. Ook de infrastructuur is verwoest, en de natuurlijke hulpbronnen van het aan bodemschatten rijke land worden op een illegale manier uitgebuit. En de witte neushoorn, die alleen in Congo voorkomt, is met uitsterven bedreigd, betoogde de ambassadeur.
Behalve het Internationaal Gerechtshof houdt zich ook het eveneens in Den Haag gevestigde Internationaal Strafhof (ICC) met het oorlogsgeweld in Congo bezig. Het ICJ beslecht juridische geschillen tussen staten; het ICC gaat strafzaken voeren tegen individuele personen. Een naaste medewerkster van ICC-hoofdaanklager Moreno Ocampo zat maandag op de publieke tribune van de Groote Rechtzaal van het Vredespaleis de ICJ-zitting te volgen.
De autoriteiten van Congo-Brazzaville zijn intussen op zoek naar twee blanke buitenlanders die met behulp van een groep huurlingen een staatsgreep zouden voorbereiden. Ook in het complot zitten een oud-minister van Financiën, legerfunctionarissen en hoge regeringsfunctionarissen. Dat heeft de minister van Binnenlandse Zaken, Paul Mbot, maandag gezegd.