Opnieuw getrouwd
De Britse kroonprins Charles en Camilla Parker Bowles traden zaterdag in het huwelijk. Is zoiets niet mooi? Op een enkele kniesoor na verheugt zich toch iedereen als twee mensen elkaar de belofte van trouw voor het leven geven? Er mag geen wanklank worden gehoord. Zeker niet als het om een koninklijk huwelijk gaat. Media doen hun best om de mooiste beelden te brengen. Vrouwen zijn benieuwd naar de trouwjapon. Mannen richten zich vooral op de auto.Dan valt er ineens iets onplezierigs voor. Omdat Charles en Camilla beiden gescheiden zijn en de voormalige echtgenoot van Camilla nog in leven is, mogen ze niet in een anglicaans kerkgebouw trouwen.
Sommigen werpen tegen: „Kijk eens naar de historie. De kerk zelf is door een echtscheiding ontstaan. Laten die geestelijken niet zo vitten.” Dat heeft een element van waarheid. De Anglicaanse Kerk dankt haar zelfstandige bestaan aan koning Hendrik VIII. Hij stichtte in 1534 een zelfstandige Engelse Kerk, los van Rome, toen de paus weigerde het koninklijk huwelijk te ontbinden.
De geschiedenis vormt echter niet de norm voor goed en verkeerd. Tot 2002 zou zelfs een kerkelijk huwelijk tussen prins Charles en Camilla volstrekt onmogelijk zijn geweest. De Anglicaanse Kerk stelde op basis van de Bijbel vast dat zo’n huwelijk verboden is. Omdat de vorige echtgenoot van Camilla nog in leven is. Onder een aantal behoudende protestanten geldt trouwens wereldwijd dezelfde regel: Geen huwelijk als de vorige huwelijkspartner nog leeft. Ongeacht de vraag of er sprake was van echtscheiding.
Anderen zeggen: „Hé, wat vervelend nou. Die kerk ook altijd met haar gezeur. Laat de dominee blij zijn dat mensen nog in de kerk willen trouwen. Zeker als zij van koninklijken bloede zijn.” Zulk protest tegen het terughoudende beleid van de kerk bij kerkelijke huwelijksbevestiging klinkt overigens niet alleen bij de trouwpartij van de Engelse kroonprins. Kerken van de gereformeerde gezindte in Nederland hebben er ook volop mee te maken.
Ook allerlei persoonlijke emoties mogen niet de maatstaf vormen voor menselijk gedrag. Ook al zijn individuele gevoelens anno 2005 bijkans heilig, voor schriftgetrouwe christenen blijven de in de Bijbel neergelegde geboden van God geldig als norm.
Zo’n uitspraak strijkt veel mensen tegen de haren in. Omdat zij niet zien dat de regels die God stelt uitermate goed en heilzaam zijn voor de mensheid. Volgens de Bijbel kan iemand echter alleen hertrouwen -en dan gaat het over de partij die niet de aanleidende oorzaak vormde- als het vorige huwelijk werd ontbonden via overspel.
Dat klinkt onplezierig. Mensen worden gemakkelijk boos. „Waarom moet dat oude boek weer roet in het eten gooien en de feestvreugde verstoren? Nou heb ik eindelijk weer een partner en geborgenheid in m’n leven. ’t Is deze keer echt! Dit is de ware! Nou doet die kerk weer zo vervelend.” Het is voor de christelijke kerk -waar ook ter wereld- niet eenvoudig om op een bijbelse en tegelijk pastorale wijze met zulke dingen om te gaan.
De Anglicaanse Kerk probeert dat kennelijk. Zij tracht de moeite een beetje te verzachten. Het paar mag niet trouwen in de kerk, terwijl dan toch de aartsbisschop van Canterbury het huwelijk op Windsor Castle ’inzegent’. En wat mag iemand zich voorstellen bij de uitgesproken boete? Of is zoiets alleen een formule? Echte boetvaardigheid kenmerkt zich toch niet door het opstapelen van de ene zonde op de andere.
Tal van kerken en ambtsdragers worstelen met de zich opdringende cultuur die zich los van God waant. Toch blijft overeind dat uiteindelijk het echte goed valt te verwachten van een huwelijk dat werd gesloten „in de Heere.” Het feest en de jurk en de auto gaan voorbij.