Cultuur & boeken

De waarde van middeleeuwse vroomheid

Titel:

Door prof. dr. H. J. Selderhuis
1 May 2002 15:18Gewijzigd op 13 November 2020 23:33

”Verborgen Omgang. Sporen van spiritualiteit in Middeleeuwen en Nadere Reformatie”
Auteur: dr. A. de Reuver
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2002
ISBN 90 239 0994 1
Pagina’s: 292
Prijs: € 29,50. Prof. De Reuver, bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit Utrecht, heeft het Nederlandse kerkvolk gediend met de publicatie van een boek met een veelzeggende titel. Het gaat over de ”verborgen omgang” zoals de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie erover spreken. En deze omgang heeft niet alleen een lange geschiedenis maar ook een verrassende actualiteit.

Voor een goed begrip is het eerst nodig de inhoud van het boek weer te geven. De Reuver begint met een beknopte maar informatieve inleiding over de verhouding Middeleeuwen en Nadere Reformatie. Teveel heerst de gedachte dat het hier om afgesloten tijdperken en bewegingen zou gaan die gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn. De Reuver wil nu de continuïteit en de discontinuïteit tussen Middeleeuwen en Nadere Reformatie beschrijven. Daartoe begint hij met een bespreking van Bernardus van Clairvaux (1090-1153) en Thomas à Kempis (1379-1471). Deze theologen vertegenwoordigen niet alleen in belangrijke mate de geloofsbeleving van de Middeleeuwen, maar werden ook vaak gebruikt en geciteerd door vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie. Van die groep bespreekt De Reuver dan Willem Teellinck, Theodorus à Brakel, Guiljelmus Saldenus, Wilhelmus à Brakel en Herman Witsius. De Reuver typeert de Nadere Reformatie op dit punt als „het boeiende experiment van een beweging die haar spirituele identiteit zocht in een synthese van reformatorische en broedkatholieke geloofsbeleving.” Aan de hand van de genoemde figuren wordt deze typering geïllustreerd en de waarheid daarvan bewezen.

Persoonlijk
De Reuver begint het boek met zijn persoonlijke betrokkenheid bij het thema. Zijn opvoeding in een piëtistisch klimaat heeft hem een blijvende belangstelling voor de spiritualiteit van de Nadere Reformatie gegeven. Het is weldadig wanneer een boekwerk van dit niveau op deze wijze begonnen wordt. Het brengt de auteur en de inhoud van zijn werk een stuk dichter bij de lezer. Dat wordt versterkt als De Reuver opmerkt dat de huidige crisis in kerk en cultuur alles te maken heeft met de toegenomen teloorgang van die ”verborgen omgang”. Zo verbindt De Reuver zijn eigen verhaal met de situatie van de kerk vandaag.

De beschreven auteurs uit Nadere Reformatie en Middeleeuwen brachten hun persoonlijk geloof en de dingen waar zij over schreven in verband met de tijd waarin zij leefden. Daarbij gaat het in dit boek om het meest persoonlijke van het geloofsleven, namelijk de verborgen omgang met de Heere. Omdat De Reuver de beschreven auteurs veel aan het woord laat, krijgt de lezer een helder beeld van dat persoonlijke leven van die bekende, vroegere theologen.

Uit de uitstekend leesbare beschrijving van de vijf personen uit de Nadere Reformatie blijkt dat zij onderling wel accentverschillen kennen, maar dat zij in het wezenlijke één zijn. Zo is het niet mogelijk de ene vertegenwoordiger tegen de andere uit te spelen. Nog belangrijker is een andere conclusie. Volgens De Reuver zijn de vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie in de uitvoerigheid van hun beschrijving van mystieke ervaringen meer bernardijns dan reformatorisch. Toch kan De Reuver niet concluderen tot een terugval in de rooms-katholieke spiritualiteit. De verborgen omgang is niet een stap hoger dan het geloof, maar is de eigenlijke beleving van het geloof. Dit zijn eerlijke en heldere conclusies.

De Reuver ontkomt aan een idealisering van het geloofsgoed van de Nadere Reformatie. Bij elke auteur is merkbaar dat er gevaren dreigen die de ervaring hoger waarderen dan de openbaring. Maar van een veroordeling is bij De Reuver ook niets te bespeuren. En dat niet alleen omdat hem de beweging te dierbaar is. Het zijn de feiten: de geschriften geven aanleiding te concluderen dat de Nadere Reformatie ook op dit punt binnen de reformatorische grenzen is gebleven.

Waarde
Prof. De Reuver heeft een belangrijk boek geschreven omdat het nog eens de ogen opent voor de doorgaande lijnen. Hij merkt op dat de schrijvers uit de Nadere Reformatie niet schroomden van de middeleeuwse theologie gebruik te maken. De Reuver gebruikt dit woord ”schromen”, omdat dit gebruik van de Middeleeuwen op hedendaagse reformatorischen misschien wat vreemd overkomt. De vromen van de zeventiende eeuw hebben het echter niet in de zin van ”schromen” gezien. Voor hen was het normaal. Wie uitgaat van de Reformatie als voortzetting van de ware kerk van Christus kan ook gebruikmaken van wat er vóór de Reformatie gezegd en geschreven is.

Middeleeuwse spirituele kernen hebben in het erfgoed van de Nadere Reformatie doorgewerkt en werden daar op een eigen wijze ingepast. Dat laat het oecumenisch karakter van de Nadere Reformatie zien, maar ook de blijvende waarde van de middeleeuwse spiritualiteit. Van beide perioden zegt De Reuver dat het er nu niet om gaat dit te imiteren of te kopiëren. Wat wel moet gebeuren is dat wij ons door de vitaliteit ervan laten inspireren tot een eigentijdse spiritualiteit, aldus de auteur. Daarmee stelt hij de kerk en de christen die in de traditie van de Nadere Reformatie willen staan voor een grote en zeer aantrekkelijke uitdaging. De Reuver heeft veel prachtig materiaal aangedragen en daar kan en moet veel mee gedaan worden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer