Franse para’s terug in Drenthe
Vijftien Franse parachutisten landden tijdens de Tweede Wereldoorlog in een bos bij Diever. Dat was 25 kilometer verwijderd van de plaats waar ze terecht hadden moeten komen. René Giguelay slaat zijn arm om luitenant Thomé heen: „Dit was mijn commandant. Dankzij hem hebben we het overleefd.”
Met 36 andere hoogbejaarde Franse veteranen bezochten Giguelay en Thomé de afgelopen drie dagen het gebied dat ze in april 1945 hielpen bevrijden. Donderdag herdachten ze bij het monument in Assen hun gevallen kameraden. Vrijdag bezochten ze, onderweg naar huis, in het Airborne Museum in Oosterbeek een expositie over hun actie.
Begin april 1945 stonden de Canadese, Poolse en Belgische troepen aan de grens van Drenthe klaar om Noord-Nederland te bevrijden. Om de Duitsers in verwarring te brengen en om belangrijke bruggen veilig te stellen voor de geallieerde opmars, werd besloten om twee regimenten Franse parachutisten achter de linies te droppen. Ze moesten ook de vliegvelden van Steenwijk, Eelde en Leeuwarden veroveren, het plaatselijke verzet stimuleren en inlichtingen verstrekken aan de Canadezen.
De codenaam voor deze actie was Amherst. In de nacht van 7 op 8 april zouden 702 Fransen, verdeeld over 47 groepen, worden afgeworpen bij Meppel, Beilen, Westerbork, Gieten-Borger, Appelscha en Assen. De parachutisten kwamen echter verspreid over heel Drenthe en zelfs in Friesland neer. De daaropvolgende dagen legden ze overal hinderlagen en leverden gevechten met de Duitsers, waarbij ze ondersteund werden door het verzet. Geïsoleerde groepjes parachutisten hielden zich met hulp van de bevolking schuil. Bij de gevechten sneuvelden 33 Fransen en kwamen 33 burgers om.
Amherst was de laatste geallieerde luchtlandingsoperatie. Midden in de nacht, onder dikke bewolking, sprongen de para’s uit hun vliegtuigen. „Bij Schoonloo”, zegt een veteraan die langs de expositie schuifelt. „We stuitten al heel snel op Duitse troepen. Door een godswonder hebben we het overleefd. We hadden alleen één gewonde.”
„Wij landden 4 kilometer bij de plek vandaan waar we hadden moeten neerkomen”, meldt een tweede oud-strijder. „’s Avonds om halftwaalf kwamen we op de grond en pas om drie uur ’s ochtends waren we waar we zijn moesten. Een uur later hebben we een brug veroverd. En die hebben we niet meer uit handen gegeven voordat de Canadezen er waren. We hebben nog een luitenant-kolonel van de SS gevangengenomen. Die was in zijn kaak geraakt. In zijn zak vonden we bruikbare informatie. We hebben hem overgedragen aan het Nederlandse verzet.”
De mannen van luitenant Thomé wisten een grote Duitse overmacht rondom zich. „We verplaatsten ons steeds snel. Daardoor leek het alsof er veel meer dan vijftien geallieerden waren geland”, zegt de bejaarde oud-officier. „Ik hield mijn mannen altijd voor: Val aan als een wolf -dus als een groep-, trek terug als een vos - ongemerkt. We hadden een mitrailleur met een geluiddemper. Die siste alleen maar wat. De Duitsers waren er doodsbenauwd voor. We hebben vijftien Duitsers uitgeschakeld en er zes gevangen genomen. Zelf hadden we geen doden of gewonden te betreuren. De gevangenen moesten onze bagage dragen.”
Thomé’s groep bracht twee Duitse aken vol militair materiaal tot zinken. „Mevrouw Van der Werf, een koerierster uit het verzet, berichtte ons elke morgen de vijandelijke troepenverplaatsingen. De tweede dag na de landing ontmoetten we een parachutist die zeven maanden eerder de Slag om Arnhem overleefde. Hij zat in Drenthe ondergedoken.”
Nu zijn de parachutisten weer terug, getooid met een bordeauxrode baret en rijen medailles. De jongste van hen is 81, de oudste 88. „Van onze groep van vijftien leven er nog maar drie”, zegt Giguelay. „Ik ben al voor de vierde keer teruggeweest in Drenthe”, meldt een kaarsrechte veteraan.
De Stichting Herdenking Franse parachutisten 1945 had zichzelf al opgeheven, maar is voor de organisatie van deze reis twee maanden geleden opnieuw opgericht.
In het Airbornemuseum in Oosterbeek is vanaf zaterdag tot 30 oktober de tentoonstelling ”Amherst” te zien, over de inzet van Franse parachutisten bij de bevrijding van Noord-Nederland.