Binnenland

„Explosieven blijven levensgevaarlijk”

Met name jonge vissers in Nederland moeten ervoor oppassen niet te nonchalant om te springen met bommen die ze boven water halen, zegt een oud-Noordzeevisser uit Stellendam. „Vroeger ging het er nogal gemakzuchtig aan toe. Explosieven in zee blijven echter levensgevaarlijk.”

J. Visscher
8 April 2005 11:16Gewijzigd op 14 November 2020 02:25

Op het afslagterrein bij de buitenhaven van Stellendam heeft de straffe wind vrij spel. Bij de coöperatie Westvoorn hangen de vlaggen halfstok. Rond twee uur donderdagmiddag kijkt een groepje mannen toe hoe de Ouddorpse OD-1, vergezeld van twee andere kotters, de haven binnenvaart. Drie opvarenden van het schip kwamen woensdag om toen een opgevist projectiel uit de Tweede Wereldoorlog explodeerde.

„Hier zijn geen woorden voor”, zegt Cornelis Brinkman. „Ik heb vannacht niet geslapen.” In 1984 deed zich een explosie voor op Brinkmans Stellendamse kotter SL-42, toen een overboord gezette torpedo op de zeebodem tot ontploffing kwam. Twee opvarenden raakten gewond aan hun hielen, de kotter raakte zwaarbeschadigd. „Maar wat deze week is gebeurd, is veel erger”, zegt Brinkman. „Een vader zag dat zijn eigen zoon verongelukte.”

T. Both, die van 1969 tot 1981 op de Noordzee viste, haalde van tijd tot tijd oorlogsmateriaal uit zee. „Granaten, hulzen, bommen”, vertelt hij in een met kotterfoto’s behangen kantine in de coöperatie. Hij herinnert zich dat er nogal eens onverantwoord werd omgesprongen met boven water gehaalde projectielen. „We behandelden bommen net zo makkelijk als eieren. Jonge jongens deden een granaat in een bankschroef en demonteerden dat ding. Ooit ging zo’n projectiel af en werd een reep staal uiteengescheurd. De jongen had zijn gezicht flink kunnen beschadigen.”

Both heeft de indruk dat met name jongere vissers nog steeds nonchalant met bommen omspringen, al denkt hij dat dat wel beduidend minder voorkomt dan voorheen. „Vissers hebben door de jaren heen talloze bommen boven water gehaald. Er ging nooit iets fout. Dat went. Maar woensdag hebben we gezien dat het ook anders kan. Dat zal een afschrikkendwekkende werking in de visserijwereld hebben.”

Doordat nogal wat vissers boven water gehaalde bommen weer in zee dumpen, „blijf je het probleem houden”, zegt een andere voormalige Noordzeevisser. „Als je een bom overboord gooit, kun jij of je collega hem later weer opvissen. Als je het ding aan boord houdt, loop je ook risico. Je kunt zo’n bom wel vastmaken en voorzichtigheid betrachten, maar wat is voorzichtigheid op een slingerend schip?”

Diverse oud-vissers laten weten dat de animo om bommen in te leveren bij de autoriteiten fors is verminderd sinds er geen aantrekkelijke vergoeding meer in het verschiet ligt.

Dat vissers nonchalant met bommen omspringen, zal D. Berends, secretaris van de Nederlandse Vissersbond, niet beamen. „Ik heb geen reden aan te nemen dat dat zo is. Mensen nemen hun verantwoordelijkheid. Het is hun echt wel bekend hoe gevaarlijk die projectielen zijn.” Ook het verhaal dat vissers veelal de bommen weer overboord gooien, wil Berends niet voor zijn rekening nemen. „Ik ben er natuurlijk niet bij aan boord, maar ik denk dat de vondst van een bom meestal wel wordt gemeld.”

Berends hoopt dat de marine alles op alles zet om oorlogsmaterialen in zee weg te krijgen. „Ik snap dat het lastig is om de zeebodem zomaar schoon te vegen, maar ik pleit wel voor meer spoed en inzet om deze rotzooi op te ruimen. Alles wat gevaar voor de vissers oplevert, moet worden ingedamd. Want wat er woensdag is gebeurd, is heel erg fout. Het kan zo weer gebeuren.”

Voor de Noordzeekust zijn in de Eerste en Tweede Wereldoorlog, „schrik niet”, 250.000 zeemijnen neergelegd, meldt Bart Visser, voorlichter bij de Koninklijke Marine. Het merendeel van die mijnen is in de loop der jaren geruimd. Naast de zeemijnen zijn er talloze vliegtuigbommen uit de Tweede Wereldoorlog in de Noordzee terechtgekomen. Verder zijn er zogeheten munitiestortplaatsen in zee. Die staan aangegeven op de kaart en zijn verboden gebied voor vissers. Het weer overboord zetten van een bom is gevaarlijk, meldt Visser. Het projectiel kan dan tot ontploffing komen.

Hoeveel bommen er nog op de bodem liggen, is niet bekend. Visser: „We kunnen weliswaar zeggen dat we iedere vierkante meter van de Noordzeebodem in kaart hebben gebracht, maar de zeebodem is in beweging. Dat betekent dat er explosieven onder het zand verstopt kunnen liggen.”

Van de 2500 meldingen van bomvondsten in Nederland, zijn er 50 afkomstig vanuit de visserij.

Visser is het niet eens met de stelling van Berends dat de marine meer actie moet ondernemen om actief bommen op de zeebodem op te sporen. „Als we een melding krijgen, bergt de duik- en demontatiegroep van de marine de bom. Verder is er in de preventieve sfeer op visserijscholen aandacht voor de juiste opslag van een explosief. De bom of mijn moet niet in de zon liggen en verankerd liggen. Bovendien vissen onder meer onze mijnenbestrijdingsvaartuigen bij oefeningen op de Noordzee projectielen op.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer