Binnenland

Balkenende: Petje af voor debatterende Rotterdammers

Ruim 2800 Rotterdammers kozen woensdagavond onder luid gejoel de Mevlana-moskee -berucht om zijn hoge minaretten- tot het mooiste gebouw van Rotterdam. Ze deden dat aan het begin van het laatste van de acht integratiedebatten in de havenstad. „Wie had dat nou kunnen denken?”

Van onze verslaggever
7 April 2005 10:13Gewijzigd op 14 November 2020 02:25

„Verrassend mooi, heel goed”, zegt de bejaarde Rotterdammer. Hij zit in de Rotterdam Hall, de grote publiekszaal in de Rotterdamse Beurs. Net als de andere aanwezigen drukt hij enthousiast op de knoppen van zijn stemkastje. Op die manier maakt hij kenbaar welke verplichtingen het bestuur en de inwoners van Rotterdam in zijn ogen dienen aan te gaan jegens de moslimgemeenschap in hun stad.

„Ik ben net terug uit Suriname, waar ik twee jaar met mijn vrouw heb gewoond”, vertelt de man, van origine een Rotterdammer. Toen hij Nederland weer binnenkwam, keek hij zijn ogen uit. „Dit land is in twee jaar tijd veranderd. Het is rechtser geworden, harder ook.”

Ingespannen tuurt hij naar het grote scherm voor in de zaal, waar tien door de organisatoren bedachte afspraken in beeld verschijnen. Thema: De onderlinge verhoudingen tussen de inwoners van de Rotterdam.

De vraag is welke afspraak het publiek het belangrijkst vindt. Dat wordt nummer 10: Wij Rotterdammers spreken onderling af moslims niet te discrimineren op de arbeidsmarkt en bij stages en dat moslims die desondanks het gevoel hebben wel gediscrimineerd te worden niet in een slachtofferrol kruipen. „Verrassend mooi, heel goed”, herhaalt de man blij.

Dat afspraak twee op de tweede plaats eindigt, stemt hem evenzeer tevreden. Door daarmee in te stemmen, onderschrijven de Rotterdammers „dat elke vorm van discriminatie, extremisme en elk gedrag in strijd met de grondwet wordt afgekeurd en gemeld.”

De talrijke moslims in de zaal zijn al vanaf het begin van de avond in een feeststemming. Als het publiek om de stemkastjes te testen eerst het mooiste gebouw van Rotterdam bepaalt, eindigt de Mevlana-moskee op de onbetwiste eerste plaats. „Met 36 procent van de stemmen; wie had dat nou kunnen denken”, roept debatleider Brons verbaasd. De Laurenskerk eindigt met een karige 9 procent als vierde.

Kritische geluiden jegens de moslimgemeenschap zijn tijdens de debatavond schaars. In plaats daarvan sluiten de Rotterdammers hun islamitische stadsgenoten in de armen. „Ik ben katholiek, maar niemand noemt mij een roomse huttemetut. Waarom blijven wij dan wel spreken over moslims?” roept een bejaarde dame. Vanuit de zaal klinkt luid applaus.

De vrouw die moslims wijst op de christelijke traditie, oogst minder waardering. „Boe”, roept de zaal als ze zegt dat christenen Nederland hebben opgebouwd.

Premier Balkenende, opgetrommeld om de zaal toe te spreken, krijgt de handen op elkaar. „Ik heb de acht debatavonden met belangstelling gevolgd en neem mijn petje voor u af”, meldt hij. „Een van de deelnemers aan een eerder debat zei dat we nooit aan het oplossen van problemen toekomen als moslims zich steeds moeten verdedigen. Ik sluit me daar graag bij aan.”

„Gaat uw kabinet ook serieus aan de slag om de arbeidsmarktpositie van moslims te verbeteren?” vraagt een jonge moslim argwanend. Balkenende stelt hem gerust. „Eind januari hebben we in de Ridderzaal gesproken met ondernemers. Het scheppen van stages en werkplekken heeft onze aandacht. We gaan daar keihard mee door.”

De premier spreekt met klem tegen dat de verhouding tussen Nederlanders is verslechterd doordat hij verzuimd zou hebben stelling te nemen tegen een kamerlid als Wilders. „Al zo lang als ik in de politiek zit, heb ik uitgedragen dat we respect moeten hebben voor elkaar.”

LPF-wethouder Van den Anker krijgt van Balkenende een standje. „Zij heeft de islam in verband gebracht met allerlei plagen, zoals het onderdrukken van de vrouw. Wat vindt u daarvan?” wil een van de aanwezige journalisten weten. De premier: „We moeten voorzichtig zijn met snelle conclusies. Wil je weten hoe gelovigen ergens over denken, ga dan met ze in gesprek. Ik kom, zoals bekend, uit de christelijke gemeenschap. Maar als ze mij zonder meer aanspreken op het Oude Testament, heb ik ook een probleem.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer