Geestelijke lessen van zes zussen
Titel:
”Zijn wonderen een gedachtenis. Gods leiding in het leven van zes zusters”
Auteur: William Benson; vertaald en bewerkt door L. J. van Valen
Uitgeverij: Den Hertog, Houten, 2004
ISBN 90 331 1844 0
Pagina’s: 160
Prijs: prijs € 14,90. In een tijd van weinig duidelijke oefeningen onder Gods kinderen is het raadzaam een boek als ”Zijn wonderen een gedachtenis” te lezen, over de geestelijke bevindingen van de zes zusters Gilpin.
De zes zussen Gilpin leefden in Pulverbach in het graafschap Shropshire in Engeland, tussen 1788 tot 1884. De bekende Sukey Harley was in die tijd een moeder in Israël, van wie de meeste zussen veel geestelijk onderwijs kregen. Geliefd bij hen waren de preken van Huntington, terwijl James Bourne vaak leiding gaf in gezelschappen waaraan de zussen ook deelnamen. Getuigenissen van hun geestelijk leven zijn verzameld door hun neef William Benson en in 1895 uitgegeven onder de titel ”Memoirs of Six Sisters”. Ook kan men gedeelten van hun bevinding lezen in ”Alle begrip te boven” dat in 1983 in het Nederlands is verschenen, als vertaling van ”More than Notion”.
L. J. van Valen zal deze bronnen ongetwijfeld hebben gebruikt. Hij heeft de ”Memoirs of Six Sisters” van Benson niet letterlijk vertaald, maar bewerkt. Daarbij mogen we toch veronderstellen dat citaten uit brieven en uitspraken van de zussen zelf wel letterlijk zijn weergegeven. Een bewerking van persoonlijke bevindingen vereist immers een grote mate van nauwkeurigheid! Ik kan de mate van nauwkeurigheid niet beoordelen, omdat de ”Memoirs” niet in mijn bezit zijn. Wel heb ik in verschillende zinnen het Engelse idioom min of meer herkend. Dat kan enerzijds wijzen op nauwkeurigheid, anderzijds is het niet altijd fraai Nederlands. Jammer dat er nogal wat spelfouten in het boek voorkomen.
Deze opmerkingen doen niets af aan de geestelijke inhoud. In ”Zijn wonderen een gedachtenis” worden inderdaad de diepte- en hoogtepunten van de strijd des geloofs van kinderen Gods weergegeven: wegen van beproeving, ontdekking aan inwonend bederf, het sterven aan alle eigen werkzaamheden, en daar tegenover de openbaring van het werk en de Persoon van Christus.
Mercy schrijft hoe zij in haar totale gemis wordt geplaatst, als zij kinderen Gods hoort vertellen van hun innerlijke onderwijzingen, vooral als de Heere haar verder ontdekt aan haar vijandschap. Op Gods tijd krijgt ze een toezegging dat ze evenals Simeon de Christus zal zien eer zij sterft. Daardoor ontstaat een sterke begeerte in haar hart dat Christus in haar geboren mag worden. Na veel strijd en zelfverloochenende wegen gebeurt dit met Kerst 1836.
Ook Mathilda beschrijft hoe al haar godsdienst waarop zij steunt, wordt afgebroken. Ze komt in grote strijd terecht. Daarin bemoedigd, is ze toch steeds weer bang voor bedrog. Maar voor haar dood wordt de toezegging die zij jaren geleden heeft gekregen, vervuld.
De bevinding van Catherine en Jane vertoont dezelfde trekken: Sterven aan alles van zichzelf, om gebracht te worden tot de kennis van Christus. De verslagen van de ervaringen van Margaret en Frances zijn minder duidelijk. Margarets ervaringen roepen hier en daar zelfs wat vragen op.
De schrijver heeft een keuze gemaakt uit de ”Memoirs”, maar hij heeft veelvuldig de personen zelf aan het woord gelaten. Dit is bij het weergeven van persoonlijke bevinding het zuiverst.
Hoewel men zich, wat het geestelijke leven betreft, niet moet spiegelen aan een ander kind van God, is het anderzijds in deze tijd van weinig duidelijke oefeningen onder Gods kinderen wel raadzaam een dergelijk werk te lezen. Gods Geest werkt langs geen andere weg dan vroeger!