De reikwijdte van ”gans Israël”
Titel:
Israël en de volken. Exegetische studie van Romeinen 9-11
Auteur: Pieter K. Baaij
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2004
ISBN 90 5829 415 3
Pagina’s: 345
Prijs: € 24,50. Over de bekende hoofdstukken Romeinen 9-11 is inmiddels een onafzienbare stroom publicaties verschenen. Je moet goede papieren hebben daaraan nog nieuwe inzichten toe te voegen. P. K. Baaij, ooit werkzaam in technische bedrijven, ging ervan uit dat zijn benadering zo uniek was dat hij een poging durfde te wagen. Van zijn hand verscheen het lijvige ”Israël en de volken”, aangekondigd als een exegetische studie.
Van de eigenzinnige aanpak die Baaij praktiseert, hebben we reeds eerder kennis kunnen nemen in een tweetal andere publicaties over de Romeinenbrief. In Brussel verdedigde hij een proefschrift over Romeinen 7, terwijl enige jaren later een studie verscheen over Romeinen 3:21-8:39. Laatstgenoemd werk, ”De God antwoordende mens”, werd door professor Van Bruggen kritisch besproken in deze krant vanwege de zijns inziens wankele exegese die Baaij er op nahoudt.
Wat karakteriseert zijn benadering? Kort gezegd komt het erop neer dat Baaij, anders dan andere uitleggers, ervan uitgaat dat de Griekse tekst van deze apostolische brief de neerslag of zelfs de vertolking vormt van de Hebreeuwse taal die Paulus in gedachten had. Zoals de joodse uitlegger van het Nieuwe Testament David Flusser het Evangelie wilde lezen vanuit het Aramees/Hebreeuws dat Jezus en Zijn discipelen spraken, zo moet volgens Baaij de Romeinenbrief worden gehoord in de oorspronkelijke Hebreeuwse taal. Deze aanpak leidt ertoe dat Baaij de woorden van Paulus niet wil lezen in het kader van het hellenisme van diens dagen. Evenmin gaat hij te rade bij andere schriftgedeelten of eerdere uitleggers van deze belangrijke brief. Het gaat erom Paulus uitsluitend te verstaan vanuit de Hebreeuwse woordbetekenissen en binnen het kader van deze ene brief.
Uitgehouwen
De werkwijze van Baaij is zowel verrassend als vermoeiend. Zijn kennis van de grondtalen is indrukwekkend en respectabel. De talloze woordverklaringen zowel in het Grieks als in het Hebreeuws maken het boek er echter niet toegankelijker op. Door het onvertaald laten van Engelse en Duitse citaten wordt het geheel al evenmin prettig leesbaar. Ook in wetenschappelijke boeken misstaat het niet om zo veel als maar kan in onze moedertaal te schrijven.
Het werk is geen commentaar in de eigenlijke zin van het woord, maar meer een woord-voor-woordverklaring, met daarbij enkele toelichtende kanttekeningen. Het betoog van de auteur komt erop neer dat het joodse volk zich door de afwijzing van Jezus als Messias heeft geplaatst buiten de vervulling van Gods beloften zoals deze aan de aartsvaders zijn gedaan. God heeft Israël uitgehouwen uit de Boom des Levens en de volken op hun plaats ingeënt. Hun voorrechten hebben zij verspeeld. De verharding -Baaij spreekt over verblinding- van het joodse volk moet kwantitatief en niet kwalitatief worden opgevat. Als de laatste die behoort tot de volheid die God Zich heeft voorgesteld, is ingegaan, valt het doek. Daarna zal er geen inenting in de Boom des Levens meer plaatsvinden.
Gans Israël
Aan de door God gewilde volheid zal niemand ontbreken, ook niet één. Alle volken zullen daaraan deel hebben, inclusief het joodse volk. Baaij legt er de nadruk op dat Israël op geen andere manier behouden wordt dan de heidenen, namelijk door het vertrouwen op Gods woorden. Hij gaat voorbij aan het feit dat het Griekse woord voor ”alzo” ook kan betekenen ”alsdan”. Bij ”gans Israël” denkt hij niet zozeer aan het volk als totaliteit maar aan een overblijfsel. Het komt mij voor dat de apostel de accenten anders plaatst. Hij schildert en belooft juist de geweldige toekomst die Israël als volk nog te wachten staat. Dat deze verrassende omkeer niet buiten de gehoorzaamheid aan Gods Woord omgaat, zal waar zijn. Naar mijn overtuiging is er echter geen enkele exegetische noodzaak om het ”gans Israël” te minimaliseren, eerder om met grote verwachting uit te zien naar de realisering van Gods heilsplan met het joodse volk.
Ik moest bij het lezen van deze passage uit het boek denken aan een opmerking van een Messiasbelijdende jodin. Tijdens een Israël-avond vroeg een van de aanwezigen: „Met ”gans Israël” kan toch nooit het hele volk bedoeld zijn?” De desbetreffende joodse dame stelde toen een wedervraag: „Zou u daar bezwaar tegen hebben?”
Niet overtuigend
Al met al geeft het boek veel stof tot nadenken. Het prikkelt om de grondwoorden van de Romeinenbrief opnieuw te wegen en te overwegen. Het biedt heel veel waardevolle opmerkingen ten aanzien van oudtestamentische achtergronden van woorden. De vooronderstelling dat Paulus’ brief geheel en al vanuit het Hebreeuws gelezen moet worden, heeft mij niet overtuigd.
Deze methode lijkt mij in de praktijk ook niet echt uitvoerbaar. De strekking van Paulus’ boodschap ten aanzien van Israël is naar mijn inzicht positiever en royaler dan Baaij suggereert.