Cultuur & boeken

Kaapverdianen zijn geen „stille migranten”

Titel:

A. M. Alblas
6 April 2005 15:22Gewijzigd op 14 November 2020 02:24

”Mag ik even de aandacht voor de Kaapverdische Rotterdammers?”
Auteur: Agostinho dos Santos
Uitgeverij: Eigen beheer, Rotterdam, 2004
ISBN 90 809215 1 3
Pagina’s: 140
Prijs: € 10,-. „Mag ik even uw aandacht voor de problemen van de Kaapverdische Rotterdammers?” Problemen die te maken hebben met integratie, de bestempeling tot ”stille migrant”, gebrek aan identiteit, opgroeien zonder vader, gezinshereniging en het onbegrip van welzijnswerkers. Het Rotterdamse gemeenteraadslid Agostinho dos Santos, zet zijn bevolkingsgroep op de kaart.

Als jochie van 13 kwam de nu 41-jarige Agostinho dos Santos naar Rotterdam. Hij werd er herenigd met zijn moeder, die hij in vijf jaar niet had gezien. Ze was voor hem zijn zus. Ze sjouwde van de ene naar de andere schoonmaakklus. Zijn stiefvader kende hij helemaal niet.

In Kaapverdië had de jonge Agostinho een onbezorgd leven. In Rotterdam-Delfshaven stortte zijn leventje in. Het huis had geen badkamer, de verwarming deed het meer niet dan wel, door de raamkozijnen kon je naar buiten kijken en zijn bed was slecht. Maar de jonge knaap deed zijn best. Hij ging naar school, belandde in het welzijnswerk en werd in 2002 met de voorkeurstemmen van 90 procent van de Rotterdamse Kaapverdische bevolking in de Rotterdamse gemeenteraad gekozen, eerst voor de PvdA, later als onafhankelijke fractie.

Altijd is hij begaan geweest met de Rotterdamse Kaapverdianen. Voor hen was hij hét voorbeeld. Al op de eerste werkdag van burgemeester Opstelten stond hij bij hem op de stoep om aandacht te vragen voor de achterstelling van zijn landgenoten. Van hen wonen er in Nederland ongeveer 25.000, ruim de helft is neergestreken in Rotterdam. Het aantal illegale Kaapverdiërs wordt geschat op 2500. Eind 1999 besloot Dos Santos een roman te schrijven over de Kaapverdische Rotterdammers. Gaandeweg werd het een mix van zijn persoonlijke ervaringen en een onderzoek naar de maatschappelijke positie van de ”stille migranten”, zoals ze werden genoemd, omdat ze niet voor hun eigen belangen zouden opkomen. De werkloosheidscijfers verschillen niet veel met die van andere migrantengroepen: 79 procent is jonger dan 34 jaar. Hun problemen worden gevormd door werkloosheid, identiteitscrises, conflicten binnen het gezin, voortijdige schoolverlating, complete gezinnen die in de drugswereld of in het criminele circuit terechtkomen en tienermoederschappen. Agostinho dos Santos brengt het met cijfers en feiten in kaart.

Hij keert zich tegen de term ”stille migranten” voor Kaapverdianen. Hij noemt het een etiket van een papegaaiencultuur: iedereen praat iedereen na. Volgens Dos Santos worden de Kaapverdianen juist stilgehouden en vormen ze daarom een vergeten groep.

In zijn boek vertelt Dos Santos iets over de geschiedenis van de Kaapverdiërs en hun economische omstandigheden. Maar ook over de zaken waar de mensen in Nederland mee worstelen, de cultuurschok die ze ondergingen en hun huidige positie. Hij probeert ook verklaringen te geven.

Dos Santos gelooft in Kaapverdische jongeren omdat hij weet dat er, ondanks hun beperkingen, veel goeds in hen zit. Rotterdam heeft dankbaar gebruikgemaakt van de werkende handen van hun ouders. De jongeren willen meer, maar ze moeten leren verantwoordelijkheid te dragen. De drang om volwassen te worden is groot. Voor sommige meisjes is ”moeder worden” een manier om dit proces te versnellen. Maar welke prijs betaalt de samenleving als een kind een kind baart?

Dos Santos keert zich ook tegen het beeld dat de media van de Kaapverdianen scheppen. Hij geeft voorbeelden van goede en van slechte journalistiek. Fel trekt hij van leer tegen de praktijk van oplichting van Kaapverdianen door de Braziliaanse kerk. Ze moeten een deel van hun geld aan de kerk afstaan omdat ze anders ziek, ongelukkig of arm worden of blijven. Onder het mom van: God kijkt niet naar wat je geeft, maar naar wat je achterhoudt.

In de laatste hoofdstukken trekt Dos Santos de conclusies van zijn onderzoek en geeft hij adviezen om de Kaapverdianen als volwaardige bevolkingsgroep te erkennen. Ondanks dat de gemeente Rotterdam al het nodige heeft geïnvesteerd in Kaapverdische organisaties en werkplekken, pleit het gemeenteraadslid voor hulp op maat voor hen die dat het hardst nodig hebben. Zo moet er meer aandacht voor jongeren komen. Er is behoefte aan (feest)zalen en voetbalvelden. Er moeten oplossingen komen voor burenruzies, er moet gezinsondersteuning worden gegeven en voorlichting over bijzondere bijstand. Zo gaat hij nog even door. Niet dat hij de indruk heeft dat alle problemen meteen kunnen worden opgelost. Maar ze liggen nu wel op het bordje van het stadsbestuur. En daar verwacht Dos Santos het nodige van, omdat hij er zelf deel van uitmaakt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer