Volgens mevrouw G. Wibbelink (VVD) heeft de wethouder steeds verzwegen dat er meer kinderen werden opgevangen dan wettelijk toegestaan was, zoals onlangs door de bezwarencommissie algemeen juridische zaken is uitgesproken.

Om in de Liezenboerderij een volwaardig kinderdagverblijf te maken moet het bestemmingsplan worden aangepast. In afwachting hiervan is met goedvinden van de gemeente alvast gestart met de opvang van een aantal kinderen.

Volgens SGP-raadslid J. Slootweg had Stegeman op vragen vanuit de gemeenteraad steevast geantwoord dat in dit soort situaties maximaal vier kinderplaatsen waren toegestaan. Bovendien zou Stegeman beweerd hebben dat er zelfs van méér dan vier kinderen sprake zou kunnen zijn, omdat het om vier kinderplaatsen per dagdeel zou gaan. Bovendien zou iedere particulier zonder papieren maximaal vier kinderen in opvang mogen hebben.

De bezwarencommissie algemeen juridische zaken vond onlangs echter dat er sprake was van een illegale situatie zolang de bestemming van de Liezenboerderij niet veranderd was van agrarische in maatschappelijke doeleinden. Wibbelink zei de wethouder ervan te verdenken dit bewust achterwege te hebben gelaten.

Stegeman gaf toe dat er meer kinderen werden opgevangen dan officieel toegestaan was. „Maar dat risico hebben we met de koper van de Liezenboerderij doorgesproken en dat heeft deze ook geaccepteerd. Om strategische redenen heb ik dat gegeven niet actief uitgedragen, maar ik heb het ook nooit verzwegen. Het stond ook steeds gewoon te lezen in het jaarverslag dat u onder ogen kreeg.

Als dan de bezwarencommissie oordeelt dat de gemeente juist moet handhaven, begint u te piepen en heb ik het ineens helemaal verkeerd gedaan in een zaak die wij met zijn allen wilden realiseren. Feit blijft dat de gemeente bij iedere particulier vier kindplaatsen moet gedogen. De Liezenboerderij voldoet intern aan alle eisen voor kinderopvang en u mag van het college niet verwachten dat we gaan handhaven als de bestemmingsplanwijziging in zicht is. Kijk alle jurisprudentie er maar op na. Als ik ongelijk heb, stuurt u mij maar weg.”

VVD’er F. Noordam vond echter dat een wethouder een commissie niet moet informeren via een jaarverslag. „We moeten niet links iets gedogen en rechts iets verbieden en er geen kermis van maken met z’n allen. Het blijft een hoogst merkwaardige gang van zaken. Laten we het erop houden dat deze commissie zich redelijk onvolledig geïnformeerd voelt.”

SGP’er J. Slootweg stelde voor om het chronologische verslag dat raadsgriffier A. C. van Eck over de kwestie gaat opstellen, af te wachten en daarna de discussie „zonder deze heftige toonzetting” te voeren.