Opinie

Een Poolse paus

4 April 2005 11:47Gewijzigd op 14 November 2020 02:24

Na een ambtsperiode van meer dan 25 jaar is ook paus Johannes Paulus II de weg gegaan van alle vlees. Zijn overlijden kwam niet onverwacht. In feite was de paus, die de hoge leeftijd van 84 jaar bereikte, de laatste tijd niet meer in staat zijn belangrijke functie uit te oefenen.Zo langzamerhand werd zijn broze gezondheidstoestand zelfs een probleem. In de Rooms-Katholieke Kerk is het niet gebruikelijk dat een paus met emeritaat gaat. Hoe zwak en dement hij ook mag zijn, pas na zijn overlijden kan een ander worden aangewezen.

Over de opvolging van Johannes Paulus II doen allerlei speculaties de ronde. Destijds was het een verrassing dat een niet-Italiaan gekozen werd. Nu zou de keuze van een kardinaal uit de derde wereld spectaculair zijn.

Gedurende meer dan een kwarteeuw heeft Karol Wojtyla zijn stempel gezet op de Rooms-Katholieke Kerk. Maar ook daarbuiten was zijn invloed groot. Het zou te ver gaan om de omwenteling in Oost-Europa vooral aan hem toe te schrijven, maar zijn verkiezing in 1978 gaf de onderdrukte Poolse katholieken een nieuw elan.

Polen was voor de communistische machthebbers toch altijd al het moeilijkste land om in toom te houden. Massale kerkgang was voor de Poolse bevolking een van de mogelijkheden om haar afkeer van het communistische regime te uiten.

Niet voor niets werd er in 1981 een aanslag op het leven van de paus gepleegd. De KGB wilde zijn regimeondermijnende invloed neutraliseren.

In theologisch en ethisch opzicht beijverde de nu overleden paus zich om de traditionele opvattingen van zijn kerk in ere te houden. Geen wonder dat dit veel verzet opriep in de moderne samenleving en ook bij de meer progressieve katholieken.

Evenzo waren er botsingen wanneer hij, tegen de wens van lagere geestelijken en kerkleden in, bij bisschopsbenoemingen de voorkeur gaf aan conservatieve, Rome-getrouwe kandidaten. Zo werd in Nederland de ene na de andere bisschopsvacature opgevuld met mensen zoals men ze in het Vaticaan graag zag.

Ook dit benoemingsbeleid droeg bij aan de vervreemding tussen de kerkelijke top en het kerkvolk. Veel kerkleden hield het op den duur voor gezien. In ieder geval trok men zich steeds minder aan van de officiële kerkleer en van allerlei vermaningen. Dat was zeker zo als het ging om de seksuele moraal. Men ging gewoon zijn eigen gang.

De nadruk op de traditionele Mariaverering was een van de terreinen waarop het conservatisme van de paus tot uitdrukking kwam. Dat vergrootte de kloof met de orthodoxe protestanten. Op andere punten vonden die soms wel een zekere herkenning in de pauselijke uitspraken. Bijvoorbeeld als het ging om homoseksualiteit of het openstellen van de ambten in de kerk voor de vrouw.

In het verleden werd de paus door tal van protestanten wel aangeduid als de antichrist. Men behoeft dat radicale standpunt niet over te nemen, om te beseffen dat er fundamentele verschillen bestaan tussen de Rooms-Katholieke Kerk en haar leer en de bijbelse boodschap. Allerlei schuldbetuigingen die de paus in de loop der jaren heeft uitgesproken, hebben daar in wezen niets aan veranderd.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer