Drankgebruik in jongerenkeet ter discussie
Steeds vaker drinken jongeren, vooral op het platteland, op zogenoemde indrinkavonden in eigen keten ongeveer een half kratje bier per persoon op een avond. De keten, oude caravans, hokken of zolderruimtes, zijn vaak brandgevaarlijk. Dat blijkt uit een onderzoek dat de Utrechtse Stichting Alcoholpreventie STAP donderdag presenteerde.
De Tweede Kamer en Koninklijk Horeca Nederland (KHN) vinden dat gemeenten moeten optreden tegen deze indrinkavonden in de jongerenketen. De KHN wil dat gemeenten de locaties sluiten. Het CDA en PvdA zijn bezorgd over de gevaarlijke situaties in de jongerenketen en leggen de verantwoordelijkheid bij de gemeenten. Zij moeten voor fatsoenlijke voorzieningen voor jongeren zorgen.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zegt vooral een handhavingsbeleid te volgen bij de gelegenheden. De gemeenten controleren de brandveiligheid en treden op bij overlast. Pas als er geen sprake is van een brandveiligheidsvergunning, kan een dergelijke keet worden gesloten. Volgens een woordvoerder van de VNG hebben de gemeenten verder geen instrumenten om tegen het drankgebruik in bijvoorbeeld een caravan achter in een tuin op te treden. „Daarbij vallen de controles van de ambtenaren van de Drank– en Horecawet onder de Rijkswet".
De onderzoekers hebben 51 keten bezocht en 204 jongeren ondervraagd. De jongste bezoekers zijn 13 jaar, de gemiddelde leeftijd is 18. Naar schatting zijn er 1500 van dit soort keten, de meeste op particuliere grond, ergens buiten. De laatste jaren zijn er veel bijgekomen. Vrijdag– en zaterdagavond zijn de favoriete indrinkavonden. Bijna een kwart van de keten is elke avond geopend.
Het alcoholgebruik is „zorgwekkend hoog". Alcohol is continu en in grote hoeveelheden aanwezig, vooral bier. De jongeren drinken ieder per avond ongeveer twaalf flesjes of vijftien glazen voor een prijs tussen 50 eurocent en 1 euro per flesje. De drank is voor de ’leden’, meest jongens, en verder voor bezoekers buiten de vaste kern. De winst wordt weer in de keet gestoken. Leeftijdsgrenzen in het drankgebruik zijn er niet, jongeren onder de 16 kunnen zonder probleem meedrinken. Ze kopen hun kratjes meestal in de supermarkt, soms levert die het bier af bij de keet.
Volgens de Jellinek–kliniek hebben deze jongeren grote kans om op latere leeftijd aan alcohol verslaafd te raken. Jongeren die overmatig alcohol drinken, hebben tijdens hun tienerjaren al geheugenproblemen, worden dik en vet en hebben een te hoge bloeddruk. Daarnaast ligt de grens van alcoholvergifting een stuk lager bij de nog niet volgroeide lichamen van de jongeren.
Uit het STAP–onderzoek blijkt dat het met de brandveiligheid in een keet vaak slecht is gesteld. Bijna de helft heeft geen brandblusser of nooduitgang. De ruimtes hangen vol met vlaggen en posters en het meubilair is vaak van hout. Op een drinkavond zitten twintig tot 25 jongeren op elkaar gepropt in een ruimte van circa 20 vierkante meter.
Na afloop begeven de meeste jongeren zich zonder terughoudendheid in het verkeer, per fiets, brommer of auto. Ze zeggen zelf: „Hier kan dat" of „Ik kan heel goed tegen bier". Er zijn weinig klachten over overlast, de keten staan meest ver van de bebouwde kom. De meeste omwonenden hebben liever dat de jongeren onderdak zijn in de keet dan dat ze buiten rondzwerven. Ook de ouders denken er zo over, concluderen de onderzoekers.
Op het platteland is het al langer gebruikelijk om je in te drinken in een schuur of een oude caravan voorafgaand aan een stapavond met dure consumpties. Maar de afgelopen tien jaar zijn er veel van dit soort illegale dranklokalen bijgekomen, ten koste van de officiële horeca.
STAP pleit voor onderzoek naar de omvang van het fenomeen, controle op de brandveiligheid en vooral het hanteren van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol. Ook wil de organisatie weten wie er nu precies verantwoordelijk is. Gemeenten laten het keetdrinken vooral op zijn beloop.