Jansen erkent fouten in het verleden rond gebruik staalslakken
Staatssecretaris Chris Jansen (Milieu, PVV) erkent dat werken met staalslakken in het verleden niet altijd goed is gegaan. Volgens hem is daar goed op gehandeld door ervoor te zorgen dat gebruik van staalslakken nu vooraf gemeld moet worden in plaats van achteraf.
Volgens de bewindsman zijn er geen speciale gunsten verleend aan staalbedrijf Tata. Nieuwsuur en radioprogramma Nieuws & Co meldden vrijdag dat het ministerie van Infrastructuur het staalbedrijf in 2017 had geholpen door een verklaring af te geven dat staalslakken geen afval zijn. „Ik heb helemaal geen belang bij de afzet van Tata”, zei Jansen na afloop van de ministerraad. Volgens hem vroegen meerdere bedrijven zulke verklaringen aan tussen 2014 en 2019, om de stoffen te kunnen hergebruiken.
Het ministerie heeft ook altijd goed geluisterd naar kritische geluiden, onder meer van Rijkswaterstaat, het RIVM en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), stelt Jansen. Rijkswaterstaat stopte in 2009 met het gebruik van staalslakken na problemen met de A28 in Hoogeveen, schrijft Nieuwsuur. In 2012 werd het restproduct wel weer gebruikt, onder meer bij de Haak om Leeuwarden, op verzoek van het ministerie van Infrastructuur. Een woordvoerder van het ministerie ontkent dat een dergelijk verzoek is gedaan.
Staalslakken zijn een afvalproduct uit de staalindustrie en kunnen worden gebruikt als secundair bouwmateriaal voor wegen. Ze zijn goedkoper dan bijvoorbeeld zand, maar er kunnen giftige stoffen uit vrijkomen.