Opinie

Generaal is bang voor het publiek

Hij voerde menige gedurfde gevechtsoperatie uit, leidde zijn troepen dwars door vijandelijk vuur en speelde een belangrijke rol in vele militaire overwinningen. Maar als het op het raadplegen van het Israëlische publiek aankomt, is oud-generaal Ariel Sharon plotseling bang.

Mr. Richard Donk
31 March 2005 09:07Gewijzigd op 14 November 2020 02:23

De Israëlische premier denkt het voor elkaar te hebben. Afgelopen maandag verwierp het parlement een voorstel om een referendum te houden over het omstreden Gaza-plan van Sharon. De minister-president wil deze zomer alle joodse nederzettingen in de Gazastrook ontmantelen, waardoor ruim 8000 kolonisten hun huizen moeten verlaten. Dinsdag keurde de Knesset de begroting voor dit jaar goed en ruimde daarmee het laatste obstakel voor uitvoering van de Gaza-operatie uit de weg.

Maar zover is het nog lang niet. Sharon mag dan de formele goedkeuring voor zijn plannen in zijn zak hebben, van de onverdeelde publieke steun heeft hij zich bepaald nog niet verzekerd. De afgelopen maanden was Jeruzalem diverse keren het toneel van massale protestacties van boze kolonisten en van Israëliërs die met hen sympathiseren. De oppositie heeft nu aangekondigd de Gazastrook te zullen overspoelen met mensen, om uitvoering van de ontruimingsoperatie zo veel mogelijk te verhinderen.

Ariel Sharon had een groot deel van die commotie en de diepe verdeeldheid die nu in de Israëlische samenleving heerst kunnen voorkomen. Door simpelweg een referendum uit te schrijven om de mening van het volk over het plan te vragen.

Het gaat hier niet om een routinebesluit om een weg aan te leggen of de winkelsluitingstijdenwet te veranderen. Het draait om een vérstrekkende maatregel waardoor Israël eenzijdig een deel van zijn grondgebied opgeeft. Waardoor duizenden Israëliërs hun huizen en florerende bedrijven in de Gazastrook kwijtraken en worden gedwongen elders in het land een nieuw bestaan op te bouwen.

In plaats van een referendum uit te schrijven, koos Ariel Sharon vanaf het begin zijn eigen weg. Hij ging tegen de uitdrukkelijke mening van zijn eigen Likud-partij in. Hij jaagde het centraal comité van diezelfde Likud tegen zich in het harnas door hun wensen voor het houden van een volksraadpleging te negeren. Hij ontsloeg een aantal ministers om zich van een meerderheid in het kabinet te verzekeren. Allemaal maatregelen die de oppositie alleen maar meer het idee gaven dat het hele Gaza-plan een persoonlijk project van Sharon is en tegen de wil van het volk ingaat.

Desondanks durft Ariel Sharon ook nog te zeggen dat de Israëlische bevolking achter zijn voorstellen staat. Waarom is de premier dan zo bang om een referendum uit te schrijven? Nu verschuilt hij zich achter allerlei praktische argumenten. Het houden van een volksraadpleging zou niet meer op tijd te realiseren zijn en een te kostbare aangelegenheid zijn.

Of is de minister-president bang om de stemming te verliezen? Dat is zeker niet denkbeeldig. De tegenstanders van het Gaza-plan zijn uiterst gemotiveerd om te stemmen in een referendum. Het is maar de vraag of de linkerflank van het electoraat zijn gezicht in het stemhokje laat zien, waardoor de uitslag van de raadpleging wel eens negatief voor Sharon zou kunnen uitpakken. Hoe dan ook zou een referendum wel olie op de golven van de uiterst roerige Israëlische maatschappij kunnen werpen. En dat lijkt gezien de oplopende spanningen meer dan ooit nodig.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer