Bovendien gaat zij kijken hoe het geld moet worden besteed. Dat heeft minister Peijs van Verkeer woensdag geschreven in een brief aan de Tweede Kamer.

De commissie, Peijs noemt die een OV-beraad, bestaat uit vertegenwoordigers van consumenten, de spoorwegsector, vervoerders en regionale bestuurders. Zij moeten ook nagaan hoe reizigers van auto en fiets kunnen overstappen op trein en bus. Uitgangspunt is goed vervoer van deur tot deur.

Peijs heeft de verantwoordelijkheid voor het openbaar vervoer in de regio helemaal bij de regionale overheden neergelegd. Die hebben de beschikking over een grote pot geld. De commissie van Winsemius moet voor Peijs uitzoeken hoe zij ervoor kunnen zorgen dat dit geld goed wordt besteed. Bovendien wil ze weten hoe ze ervoor kan zorgen dat de reiziger zonder problemen van deur tot deur kan reizen, dwars door alle regio’s heen. Tot slot is Peijs geïnteresseerd in de wijze waarop de regio’s omgaan met het bereikbaar houden van het platteland en van belangrijke instellingen, zoals ziekenhuizen.

De aanleiding voor het instellen van dit OV-beraad was kritiek van de Tweede Kamer. Die vond dat de minister in haar Nota Mobiliteit, de verkeersplannen tot 2020, te weinig aandacht had voor de lokale en regionale vormen van vervoer en hoe die aansluiten op bijvoorbeeld het spoor. De minister wil het advies van het OV-beraad meenemen in de uitwerking (of deel 3) van de Nota Mobiliteit, die ze nog voor de zomer naar de Kamer wil sturen.